Rijden
1.
Zet de parkeerrem vrij door de hendel
naar onder te bewegen.
Uw maaier is uitgerust met een
aanwezigheidssysteem voor de
bestuurder. Wanneer de motor loopt, zal
iedere poging van de bestuurder om de
zitting te verlaten zonder eerst de
parkeerrem aan te trekken de motor
doen afslaan.
2.
Beweeg de stuurhendels naar neutrale
positie (N).
3.
Selecteer de maaihoogte met het
maaihoogtepedaal.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat niemand in de
buurt van de machine is wanneer
u de mesknop inschakelt.
4.
Zorg ervoor dat het werkterrein vrij is van
voorwerpen die kunnen worden wegge-
worpen door de draaiende messen.
5.
Schakel het maaidek in door de
mesknop uit te trekken.
6.
Beweeg de gashendel naar vol gas (niet
choken).
7.
De snelheid en richting van de machine
zijn traploos instelbaar door gebruik te
maken van de twee stuurhendels.
Wanneer beide hendels in de neutrale
positie staan, staat de machine stil.
Door beide hendels evenveel naar voren
of achteren te bewegen, beweegt de
machine in een rechte lijn naar voren
respectievelijk naar achteren.
Om bijvoorbeeld naar rechts te gaan,
terwijl u naar voren rijdt, moet de
rechterhendel naar de neutrale positie
worden gebracht. Het draaien van het
rechterwiel wordt minder en de machine
draait naar rechts.
Op de plaats draaien kunt u doen door
een hendel naar achteren te brengen
(achter de neutrale positie) en de andere
stuurhendel voorzichtig vanuit de
neutrale positie naar voren te bewegen.
28
-Nederlands
BEDIENING
Vrijgezette parkeerrem
Keuze maaihoogte
Het maaidek inschakelen
8011-481
8011-753
8011-669