Bediening
Lees Veiligheidsinstructies op blz. 7 en de volgende pagina s, wanneer u de machine niet kent.
Training
Zero turn maaiers zijn veel beter te manoeuvreren dan normale zitmaaiers vanwege hun unieke
stuureigenschappen.
Wij raden aan om dit hoofdstuk geheel door te nemen voordat u de machine gaat proberen. Daarbij raden
wij aan om, wanneer iemand de maaier voor de eerste keer bedient, minder gas te geven en niet snel te
rijden door de stuurhendels NIET helemaal naar voren of naar achteren te duwen tot de bestuurder
vertrouwd is met de hendels. Wij stellen ook voor dat iemand die voor de eerste keer maait, of voor de
eerste keer een ZeroTurn maaier gebruikt, eerst op een hard oppervlak, bijvoorbeeld beton of asfalt,
vertrouwd raakt met de bewegingen van de maaier, voordat men het gras opgaat. Zolang de bestuurder
niet vertrouwd is met de hendels van de maaier en het vermogen om rond zijn eigen as te draaien,
beschadigt hij het gazon door veel te agressief te manoeuvreren.
Vooruit- en achteruitrijden
De richting en snelheid van de bewegingen van de maaier worden be nvloed door de beweging van de
stuurhendel(s) aan iedere kant van de maaier. De linker stuurhendel regelt het linkerwiel. De rechter
stuurhendel regelt het rechterwiel.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Wanneer de stuurhendels in de achteruit
staan, keren ze terug naar neutraal als u ze
loslaat. Dit kan ertoe leiden dat de maaier
plotseling stopt.
Nieuwe gebruikers moeten de maaier naar een open, vlak stuk duwen (zie Met de hand voortbewegen in
het hoofdstuk Bediening ), zonder mensen of voertuigen/obstakels in de omgeving. Om de machine op
eigen kracht te laten bewegen, moet de bestuurder op de stoel zitten. Start de motor (zie Voor de start in
het hoofdstuk Bediening ), zet de motorsnelheid op stationair en geef de parkeerrem vrij. Schakel de
messen nog niet in. Draai de stuurhendels naar binnen. Zolang de stuurhendels niet naar voren of naar
achteren zijn bewogen, zal de maaier niet bewegen. Beweeg beide stuurhendels langzaam iets naar
voren, hierdoor zal de maaier in een rechte lijn naar voren gaan bewegen. Trek de stuurhendels terug naar
de neutraal stand en de maaier dient te stoppen. Trek de stuurhendels een beetje naar achteren, hierdoor
zal de maaier achteruit gaan rijden. Druk de stuurhendels naar voren naar de neutraal stand en de maaier
dient te stoppen.
Een bocht naar rechts
Terwijl u naar voren rijdt, trekt u de rechterhendel naar achteren richting de neutraalstand, terwijl de
linkerhendel in dezelfde positie blijft, hierdoor zal het draaien van het rechterwiel vertragen, waardoor de
machine in die richting draait.
Een bocht naar links
Terwijl u naar voren rijdt, trekt u de linkerhendel naar achteren richting de neutraalstand, terwijl de
rechterhendel in dezelfde positie blijft, hierdoor zal het draaien van het linkerwiel vertragen, waardoor de
machine in die richting draait.
Om de eigen as draaien
Terwijl u naar voren rijdt, trekt u eerst beide stuurhendels naar achteren tot de maaier stopt of heel
langzaam rijdt. Door vervolgens de ene hendel iets naar voren te bewegen en de andere naar achteren,
draait u om de eigen as.
22
-Nederlands
BEDIENING