Voor de start
•
Lees de hoofdstukken Veiligheidsinstructies
en Bedieningselementen voor u de
machine start.
•
Voer het dagelijks onderhoud uit voor het
starten (zie Onderhoudsschema in het
hoofdstuk Onderhoud).
•
Controleer of er voldoende brandstof in
de brandstoftank zit.
•
Stel de zitting af op de gewenste positie.
Aan de volgende voorwaarden moet zijn
voldaan voor de motor kan worden gestart:
•
De bestuurder moet op de stoel zitten.
•
De mesknop om de maaimessen in te
schakelen moet ingedrukt zijn.
•
De parkeerrem moet geactiveerd zijn.
•
De beide stuurhendels moeten in de
vergrendelde (buitenste) neutrale positie
staan.
De motor starten
•
Ga op de stoel zitten.
•
Breng het maaidek omhoog door het
pedaal naar voren te drukken tot de
vergrendelde positie (transportpositie).
•
Activeer de parkeerrem.
BEDIENING
Startvoorwaarden
Breng het maaidek omhoog
8011-484
8011-753
23
Nederlands-