18
Theorie van de thermografie
3.000/T μm toe te passen. Dat betekent dat een zeer hete ster zoals Sirius (11.000 K),
die een blauwachtig wit licht uitstraalt, straling uitstraalt waarbij de piek van de emittantie
van de spectrale radiant optreedt binnen het onzichtbare ultravioletspectrum, bij golf-
lengte 0,27 μm.
Figuur 18.5 Wilhelm Wien (1864–1928)
De zon (ongeveer 6.000 K) straalt geel licht uit, waarbij de piek optreedt op ongeveer 0,5
μm in het midden van het zichtbare lichtspectrum.
Bij kamertemperatuur (300 K) ligt de piek van de emittantie van de radiant op 9,7 μm, in
het ver-infrarood, terwijl bij de temperatuur van vloeibare stikstof (77 K) het maximum
van de bijna onbetekenende hoeveelheid radiantemittantie optreedt bij 38 μm, in de ex-
treem-infraroodgolflengten.
Figuur 18.6 De curven van Planck uitgezet op semi-logschalen van 100 K tot 1000 K. De stippellijn verte-
genwoordigt de puntenverzameling van de maximale radiantemittantie bij elke temperatuur zoals beschre-
ven door de verschuivingswet van Wien. 1: Emittantie spectrale radiant (W/cm
2
(μm)); 2: Golflengte (μm).
18.3.3 De wet van Stefan-Boltzmann
Wanneer we de formule van Planck van λ = 0 tot λ = ∞ integreren, krijgen we de totale
radiantemittantie (W
) van een blackbody:
b
Dit is de wet van Stefan-Boltzmann (naar Josef Stefan, 1835–1893, en Ludwig Boltz-
mann, 1844–1906), die beweert dat het totale uitstralende vermogen van een blackbody
evenredig is met de vierde macht van zijn absolute temperatuur. Grafisch
70
#T559918; r. AN/42296/42303; nl-NL