2. Ten behoeve van het starten van de tractor: startmotor en voorgloei
inrich ng.
3. Dashbord: toerenteller, water thermometer, oliemeter urenteller en
controle lampen.
4. Verlich ng en seinlicht middels schakelaar, gecombineerde koplamp,
achterlicht, voor signaal lamp en achter gecombineerd signaal lamp.
5. Extra elektrische componenten: zekeringenkast, achter
aanhangerstekkerdoos, contactslot en de combina e schakelaar en
remlicht schakelaar.
2.17.1 Gebruik en te onderhouden van de elektrische apparatuur
Om de werking van het elektrische systeem te waarborgen dient de
installa e als volgt te worden onderhouden:
1. Periodieke controle op beschadigingen aan de bedrading.
2. Accuspanning dient periodiek gecontroleerd te worden (12V) en
indien nodig (na langdurig s lstaan) te worden opgeladen (<10,5V).
De accu is zelf is uitgevoerd als een onderhoudsvrije lood‐zuur accu
met een capaciteit van 100 Ah.
Let op:
1. Tijdens het proces van het laden, dient de ruimte te
2. Tijdens het opladen accu dient de temperatuur niet
3. Tijdens het opladen dient de massakabel van de accu
worden geven leerd, vermijden van open vuur.
Accuzuur niet spa en op het menselijk lichaam of
kleding om e voorkomen dat deze beschadigd.
hoger te zijn dan 45°C.
te zijn losgekoppeld.
https://tractormanualz.com/
43
www.eurotrac.nl