www.eurotrac.nl
2. Wanneer de tractor uitsluitend of merendeels voor transport
doeleinden wordt gebruikt kunnen de voorwielen onregelma g
slijten. In dat geval wordt aanbevolen de wielen periodiek om te
wisselen (links naar rechts en rechts naar links)
2.9 Remmen
1. Normaal gesproken dient men af te remmen met de tractor door
gas terug te nemen, de koppeling te bedienen en gedoceerd de
rempedalen te bedienen.
2. In noodsitua es dient zowel de koppeling als de beide rempedalen
tegelijker jd bedient te worden. Het is niet toegestaan alleen het
rempedaal te bedienen om overbelas ng van de remschijven te
voorkomen en tevens zal bij het niet bedienen
van de koppeling de motor uiteindelijk afslaan.
3. Wanneer de tractor op de weg gebruikt wordt
dienen de beide rempedalen vastgezet te
worden zodat bij het remmen automa sch
beide achterwielen gelijkma g zullen remmen.
WAARSCHUWING :
wordt dienen de beide rempedalen vastgezet te worden zodat bij het
remmen automa sch beide achterwielen gelijkma g zullen remmen.
Dit om te voorkomen dat de tractor jdens het remmen van rich ng
verandert of zelfs kan omslaan.
2.10 Het afze en van de motor
1. Neem gas terug om de snelheid van de tractor te verminderen of
om het toerental van de motor te verlagen totdat een sta onair
toerental wordt bereikt.
2. Bedien de koppeling en de remmen en zet de tractor vervolgens
op de handrem. Zet vervolgens de versnelling in neutraal.
3. Laat de koppeling los
4. Trek de stopknop omhoog zodat de brandstof toevoer wordt
onderbroken. Wanneer de motor is afgeslagen duwt u de stopknop
weer terug in zijn posi e.
Wanneer de tractor op de weg gebruikt
https://tractormanualz.com/
34