www.eurotrac.nl
2.3.5 Draaiende motor:
Nadat de motor is aangeslagen zal de olie druk in de motor snel
toenemen en zal bij het juist func oneren van de motor het controle
lampje "lage oliedruk" vanzelf doven.
1. Nadat de motor is aangeslagen dient men ervoor zorg te dragen
dat de motor niet direct vol belast zal worden. Reduceer de
snelheid van de tractor en wanneer de koelwater temperatuur
boven de 60 º C is kan de tractor vol belast worden.
2. De dosering van het gaspedaal of handgas handle dient direct na
het starten met enige nuance te geschieden.
3. Tijdens het gebruik van de tractor dient regelma g gecontroleerd
te worden of de olie druk en koelwater temperatuur zich binnen de
toegestane maximale grenzen bevindt.
Belangrijk : De oliedruk dient jdens een draaiende motor nooit lager
te zijn dan 9kPa. Wanneer dit wel het geval is dient te tractor s lgezet
te worden en dient de motor te worden nagekeken.
2.4 Het wegrijden met de tractor
Belangrijk :
1. Om schade aan de versnellingsbak of aandrijving te voorkomen is
het niet toegestaan de tractor te starten in de hoogste versnelling.
2. Haal de tractor van de voet rem alvorens men gaat starten.
3. Gebruik te allen jde het koppelingspedaal bij het inschakelen van
een versnelling of het wisselen van een versnelling.
1. Wanneer het toerental van de motor te laag is of wordt dan dient
men nadat men het koppelingspedaal hee ingetrapt naar een (in
de meeste gevallen) lagere versnelling te schakelen.
2. Ontlast de handrem en verwittig uzelf ervan
dat de voetrem juist functioneert alvorens u
de tractor laat rijden.
3. Druk op de claxon en vergewis uzelf ervan
dat er geen obstakels in de directe
omgeving van de tractor zijn.
https://tractormanualz.com/
30