4. Zet de tractor in de gewenste versnelling en laat de koppeling
langzaam opkomen terwijl u een lichte dosering gas gee .
Wanneer de tractor in beweging is laat u het koppelingspedaal
geheel opkomen en verwijderd u uw voet van dit pedaal. Dit
laatste om het Fig. 2‐23 "slippen" van de koppeling te voorkomen.
5. Het koppelingspedaal dient niet als "rem" gebruikt te worden
jdens het rijden. Dit om overma ge slijtage aan de
koppelingsplaten te voorkomen. Probeer te allen jde uw
versnellingskeuze aan te passen aan de snelheid.
2.5 Het sturen met de tractor
Wanneer de tractor op de weg gebruikt wordt dient te allen jde de
rich ng aanwijzer bediend te worden alvorens men met de tractor van
rich ng gaat veranderen. Wanneer de snelheid te hoog is om veilig te
kunnen sturen dient eerst de snelheid verminderd te worden.
Wanneer de tractor in het land gebruikt wordt kan men indien nodig,
a ankelijk of men een linker of rechter bocht wil maken, het
rempedaal (eenzijdig) gebruiken om de tractor te "helpen" van rich ng
te veranderen. Dit laatste is met name noodzakelijk wanneer men zich
op na e en glibberige grond bevindt.
Belangrijk :
1. Bij een scherpe bocht kan de veiligheidsklep sluiten (overbelas ng )
in het stuurbekrach gingscircuit. Het stuur zal hier op reageren
hetgeen normaal is daar het sluiten van de veiligheidsklep juist een
veiligheidsmaatregel is die schade aan de tractor kan voorkomen.
2. Wanneer de tractor met zijn voorwielen in een greppel staat en dus
geblokkeerd wordt bij het sturen dient het betreffende wiel eerst
vrij gemaakt te worden.
2.6 Het schakelen met de tractor
Er bevinden zich een drietal versnellingshandels. Een voor hoge en lage
groep, een voor de tussenversnelling en een zogenaamde 'shu le
gear' voor voor‐ of achteruit.
https://tractormanualz.com/
31
www.eurotrac.nl