12. Tijdens het besturen van de tractor dient men een afstand van
tenminste 60 meter van de voorganger aan te houden.
13. U dient aandacht te schenken aan een zachte berm die zich naast de
verharde weg bevind.
14. Het is niet toegestaan om het maximaal toegestane laadgewicht van
de tractor te overschrijden.
15. Tijdens het gebruik van de tractor in het donker dient een adequate
verlich ng op zowel de tractor als eventuele aanhanger/werktuig
aanwezig te zijn.
16. Tijdens het werken met stro of hooi dient de vonken vanger
gemonteerd te zijn om een brand te voorkomen.
17. Tijdens het gebruik van de tractor in de regen dient men rekening
te houden met slipgevaar.
18. Bij het gebruik van de a akas en een werktuig dient de koppeling
van deze periodiek gecontroleerd te worden om te voorkomen dat
deze losschiet of a reekt en mogelijk letsel kan veroorzaken.
19. Bij het heffen en trekken van aangekoppelde werktuigen dienen de
verbindingen periodiek gecontroleerd te worden om te voorkomen
dat deze losschieten of a reken en mogelijk letsel te kunnen
veroorzaken.
20. Tijdens het heffen van een werktuig dient men het gaspedaal
zodanig te bedienen dat er geen ongecontroleerde situa e kan
voordoen.
21. Tijdens het wisselen van een accu moet men zich ervan verzekeren
dat men dit doet in een goed geven leerde ruimte in verband met
het gevaar op explosie.
22. Verzeker er van dat u de laadstroomkabel visueel in orde is om een
kortslui ng te voorkomen.
https://tractormanualz.com/
13
www.eurotrac.nl