www.eurotrac.nl
Controleer of de vloeistof niveaus van olie, hydraulische olie,
2.
versnellingsbak olie, koelwater/vloeistof zich binnen de grenzen
van minimaal en maximaal bevinden. En tevens dient er diesel in
de brandsto ank aanwezig te zijn.
3. Zorg dat alle bedieningshandels in de neutrale posi e staan en de
hefinrich ng zich in de laagste stand bevindt.
4
Wanneer de tractor voor een langere jd niet is gebruikt kan het
noodzakelijk zijn om de brandstof toevoer te ontluchten. Het
ontluchten dient als volgt te geschieden:
Zorg voor voldoende diesel in de tank
Draai de ontluch ngsstop los op het brandstoffilter
Verwijder alle lucht uit het brandstofsysteem d.m.v. de
opvoerpomp (handma g) van de brandstofpomp.
Draai de ontluch ngsstop vast
5. Stel de handgas handle in op iets boven sta onair toerental.
Zorg dat alle bedieningshandels in de neutrale posi e staan en
de hefinrich ng zich in de laagste stand bevindt voordat men de
motor start. Dit om ongelukken te voorkomen.
Belangrijk
1. Nadat de motor is gestart dient de contactsleutel onmiddellijk losgelaten te
worden, dit om schade aan de startmotor te voorkomen.
2. De startmotor mag niet langer dan 5 seconden bedient worden per
startpoging. Het interval tussen twee startpogingen dient tenminste 15
seconden te bedragen.
3. Het is niet toegestaan de motor te starten wanneer er zich geen koelwater/
vloeistof of olie aanwezig is.
4. Wanneer de motor gaat overtoeren na het starten dient de noodstop
procedure te worden toegepast door of het brandstof systeem af te sluiten
of de luch nlaat te blokkeren.
Figuur 2‐21 handma ge stopknop
https://tractormanualz.com/
28