Nadat de tractor weer normaal kan opereren kan het differen eel
5.
slot weer worden uitgeschakeld. Hiertoe dient u het differen eel
pedaal te bedienen waardoor het slot automa sch wordt
vrijgegeven.
Belangrijk : Tijdens normaal bedrijf van de tractor waarbij de tractor
goed stuurt en geen hinder ondervindt van de grond waarop de tractor
rijdt dan is het niet toegestaan het differen eel slot in te schakelen. Dit
om overma ge en/of ongelijke slijtage van zowel mechanische delen
als de banden te voorkomen.
2.8 Inschakelen aandrijving voor‐as
Wanneer er in het land gewerkt wordt en de lading van de tractor hoog
is, gecombineerd met bijvoorbeeld een voch ge ondergrond en de
tractor wordt op dat moment alleen aangedreven middels de
achterwielen kunnen de rijeigenschappen van de tractor aanzienlijk
verbetert worden door het inschakelen van de voorwiel aandreven.
Het inschakelen van de voorwiel aandrijving gaat als volgt:
1. Bedien het koppelingspedaal en laat de tractor stoppen.
Vervolgens dient de koppeling langzaam te worden losgelaten.
Wanneer de tractor in beweging komt dient de handle voor de
voorwiel aandrijving omhoog geli te worden en vervolgens naar
achter bewogen te worden. Hiermee schakelt u over van twee naar
vierwiel aandrijving
2. Om de voorwiel aandrijving uit te schakelen bedient u de koppeling
en duwt u de handle t.b.v. de voorwiel aandrijving naar voren.
Hierna kunt u de tractor wederom zoals gewenst gebruiken.
Belangrijk :
1. Het verdient aanbeveling om de 4‐wielaandrijving NIET te
gebruiken op een verharde weg, mits deze niet is bedekt met
sneeuw of andere materie die de goede grip op de weg doen
verminderen.
https://tractormanualz.com/
33
www.eurotrac.nl