24
Sleutels, portieren en ruiten
Vertraagde portiervergrendeling
Schakel de motor uit en verwijder de
sleutel uit het slot. Druk op e met
minstens één portier geopend en drie
geluidssignalen klinken. Wanneer het
laatste portier wordt gesloten,
vergrendelt de auto na vijf seconden
automatisch alle portieren en wordt
dit aangegeven.
Na tien minuten vergrendelt de auto
automatisch alle portieren zelfs als
een portier nog open is. U kunt deze
functie activeren of deactiveren op
het Info-Display. Persoonlijke instel‐
lingen 3 107.
Storing in afstandsbediening
Ontgrendelen
Ontgrendel het bestuurdersportier
handmatig door de sleutel in het slot
te verdraaien. Schakel het contact in
en druk op de centrale vergrende‐
lingstoets c om de andere portieren,
de bagageruimte en de tankvulklep te
openen.
Als u het contact aanzet, wordt het
vergrendelingssysteem uitgescha‐
keld.
Vergrendelen
Vergrendel het bestuurdersportier
handmatig door de sleutel in het slot
te verdraaien.
Storing in centrale vergrendeling
Ontgrendelen
Ontgrendel het bestuurdersportier
handmatig door de sleutel in het slot
te verdraaien. U kunt de overige
portieren openen door tweemaal aan
de binnenste portiergreep te trekken.
U kunt de bagageruimte en de tank‐
klep niet openen.
Zet het contact aan het vergrende‐
lingssysteem te deactiveren 3 27.
Vergrendelen
Druk bij alle portieren op de binnenste
vergrendelingsknop, maar niet bij het
bestuurdersportier. Sluit vervolgens
het bestuurdersportier en vergrendel
dit van buiten met de sleutel.
Tankklep en achterklep kunnen niet
worden vergrendeld.