0 : contact uit: Sommige functies blij‐
ven actief totdat de sleutel eruit
wordt getrokken of het bestuur‐
dersportier wordt geopend, als
het contact van tevoren aan was
1 : accessoirestand: Stuurslot
losgezet, sommige elektrische
functies werken, contact is uit
2 : contactstand: Contact is aan.
Controlelampen lichten op en de
meeste elektrische functies
werken
Dieselmotor gloeit voor.
3 : motor starten: Laat de sleutel los
nadat de motor gestart is
Stuurslot
Trek de sleutel uit het contactslot en
draai aan het stuurwiel totdat het
vastklikt.
Vertraagde uitschakeling
stroom
De volgende elektronische systemen
werken totdat het bestuurdersportier
wordt geopend of ten laatste tien
minuten nadat het contact is uitgezet:
● elektrisch bediende ruiten
● stekkerdozen
● elektrisch zonnedak
Rijden en bediening
Motor starten
Draai de sleutel naar stand 1 om het
stuurslot te ontgrendelen.
Handgeschakelde versnellingsbak:
koppelings- en rempedaal intrappen.
Geautomatiseerde versnellingsbak:
rempedaal intrappen.
Automatische versnellingsbak: trap
het rempedaal in en zet de keuzehen‐
del op P of N.
Trap het gaspedaal niet in.
Dieselmotor: draai de sleutel naar
stand 2 om voor te gloeien totdat de
controlelamp ! dooft.
137