232
Verzorging van de auto
3. Zorg ervoor dat de krik correct
onder het juiste kriksteunpunt
staat.
Gebruik bij versies met dorpelpla‐
ten of achteraf aangebrachte
dorpelplaten geen krik. De auto
kan worden beschadigd.
4. Krik van tevoren op de vereiste
hoogte instellen. Hem vervolgens
dusdanig onder het kriksteunpunt
zetten dat deze niet kan wegglij‐
den.
Zwengel bevestigen en met de
krik recht onder het kriksteunpunt
aan de zwengel draaien totdat het
wiel van de grond komt.
5. Wielbouten losdraaien.
6. Wiel verwisselen.
7. Draai de wielmoeren erop.
8. Auto laten zakken.
9. Wielsleutel aanbrengen, let er
hierbij op dat deze stevig vastzit
en de wielbouten kruislings
aanhalen. Het aanhaalmoment
bedraagt 110 Nm.
10. Wieldop van de stalen velg vóór
het aanbrengen zo verdraaien dat
de ventielopening over het band‐
ventiel valt.
Monteer de wielboutkappen of de
wieldop op de lichtmetalen velg.
11. Afdekking kriksteunpunt terug‐
plaatsen.