Klimaatregeling
Onderhoud ................................. 134
aanzetten ............................... 134
Service .................................... 134
Klimaatregelsystemen
Verwarmings- en
ventilatiesysteem
Bedieningsorganen voor:
● temperatuur
● luchtdebiet
● luchtverdeling
Verwarmbare achterruit Ü 3 32.
Verwarmde voorruit 3 32.
Verwarmde stoelen ß 3 40.
Verwarmd stuurwiel * 3 77.
Klimaatregeling
Temperatuur
Rood : warm
Blauw : koud
De verwarming werkt pas optimaal
als de motor de normale bedrijfstem-
peratuur heeft bereikt.
Luchtdebiet
Luchtdebiet instellen door de ventila-
torknop in de gewenste stand te
zetten.
Luchtverdeling
M : naar de hoofdruimte
L : naar de hoofd- en voetenruimte
K : naar de voetenruimte en voor-
ruit
J : naar de voorruit, de voorste
zijruiten en de voetenruimte
l : naar de voorruit en de voorste
zijruiten
Tussenstanden zijn mogelijk.
125