Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Controle Van Veiligheidsrelevante Componenten; Controle Op Gasdichtheid; Toestel Uit Bedrijf Nemen - elco R600 Bedienings- En Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Inbedrijfstelling

Controle van veiligheidsrelevante componenten

Controle op gasdichtheid

Toestel uit bedrijf nemen

1
3
1
1
3
3
1
3
2
2
2
2
30
Controle van veiligheidsrelevante
componenten
De functionaliteit van alle veili-
gheidsrelevante
componenten
dient te worden gecontroleerd. Tot
de
veiligheidsvoorzieningen
standaardketels behoren een vo-
orlooptemperatuursensor,
afvoergastemperatuursensor,
minimumgasdrukschakelaar, en een
ionisatie-elektrode.
Aanvoervoeler (1)
Verwijder de stekker van de voeler
terwijl de ketel is ingeschakeld. Dit
dient te resulteren in een storing met
nummer 20. Terugplaatsen van de
stekker leidt tot automatisch resetten
van de storing door de regelaar, de
ketel begint bij warmtevraag aan de
startprocedure.
Retourvoeler (2)
Verwijder de stekker van de voeler
terwijl de ketel is ingeschakeld. Dit
dient te resulteren in een storing met
nummer 40. Terugplaatsen van de
stekker leidt tot automatisch resetten
van de storing door de regelaar, de
ketel begint bij warmtevraag aan de
startprocedure.
Rookgasvoeler (3)
Verwijder de stekker van de voeler
terwijl de ketel is ingeschakeld. Dit
dient te resulteren in een storing met
nummer 28. Terugplaatsen van de
stekker leidt tot automatisch resetten
van de storing door de regelaar, de
ketel begint bij warmtevraag aan de
startprocedure..
Minimum gasdrukschakelaar (5)
Sluit de gaskraan terwijl het toestel in
standby positie (
) staat. Open
langzaam de meetnippel in de ga-
sleiding (4), meet tegelijkertijd de
gasdruk op de meetnippel van de
gasdrukschakelaar (5). In het display
van de regelaar verschijnt een storing
met nummer 2 zodra de gasdruk on-
der de op de schakelaar ingestelde
waarde is gekomen. Controleer het
schakelpunt van de schakelaar op
de drukmeter zodra de storing in het
display verschijnt. Vergeet niet alle
meet-nippels te sluiten en
de gaskraan te openen na de test.
Ionisatie-electrode (6)
Verwijder de electrische aansluiting
van
van de ionisatie-electrode terwijl het
toestel in bedrijf is, dit resulteert in
een
een storing met nummer 128. Het
een
toestel zal proberen te herstarten.
Wanneer de electrische aansluiting
van de ionisatieelectrode nog steeds
is verwijderd, zal de herstart resulte-
ren in een storing met nummer 133,
wanneer de aansluiting is terugge-
plaatst, zal de ketel succesvol her-
starten.
De ionisatiestroom kan worden ge-
meten door een multimeter (inge-
steld op μA ) aan te sluiten tussen de
ionisatieelectrode en de electrische
aansluiting. De ionisatiestroom dient
altijd hoger te zijn dan 1.5 μA, in nor-
male condities zal de ionisatie-stro-
om minimaal 10 μA bedragen.
Controle op gasdichtheid
Controleer na inbedrijfname alle aan-
sluitingen op gasdichtheid, gebruik
hiervoor gaslek spray of geschikte
electronische
meetapparatuur.
meten aansluitingen zijn:
Meetnippels;
Toestelaansluitingen;
Aansluitingen gas luchtmengsy-
steem,
Toestel uit bedrijf nemen
Wanneer het toestel voor langere pe-
riode buiten gebruik gesteld wordt,
dient het toestel middels volgende
procedure uitgeschakeld te worden:
Schakel het toestel in standby
positie (
);
Schakel het toestel uit met de
aan/uit schakelaar op het bedie-
ningspaneel (7);
Maak het toestel spanningsloos
via de hoofdschakelaar in de ke-
telruimte;
Sluit de gaskraan.
Te

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave