Installatie
Lucht/rookgassysteem
Luchtinlaat
De luchtinlaat kan worden aangeslo-
ten wanneer het toestel als gesloten
uitvoering wordt gebruikt. Verwijder
de afdekplaat (3) en sluit de aan-
zuigbuis aan op de aansluiting in de
ketel. De diameter van de inlaatbuis
dient, samen met de rookgasafvoer,
berekend te worden volgens de gel-
dende lokale voorschriften.
De totale weerstand van rookga-
safvoer en luchtinlaat mag niet groter
zijn dan de maximaal toelaatbare we-
erstand (zie hoofdstuk "Technische
gegevens").
Wanneer het toestel als open toestel
wordt geïnstalleerd, dient er een
luchtinlaatbuis met verticaal leiding-
deel tot boven het toestel te worden
aangesloten.
1
2
Rookgasafvoer
Regelgevingen met betrekking tot de
constructie van rookgasafvoersyste-
men zijn per land zeer verschillend.
Bij aan-sluiten van de rookgasafvo-
er van het toestel dienen alle lokaal
geldende voorschriften ten behoeve
van rookgasafvoersystemen in acht
genomen te worden. Sluit de rookga-
safvoerbuis aan op de aansluiting (7)
van het toestel, maak hierbij uitslui-
tend gebruik van afvoersystemen
met een naadloze aansluiting. Een
aparte condensafvoer voor het ro-
okgasafvoersysteem is niet noodza-
kelijk, aangezien het conden-saat via
de sifon van het toestel afge-voerd
kan worden. Let op volgende punten:
•
De diameter van het rookga-
safvoersysteem dient te worden
berekend volgens de geldende
lokale normen.
7
•
De lengte van de rookgasafvo-
erbuis dient zo kort mogelijk
gehouden te worden (zie paln-
ningsdocumentatie voor maxi-
male afvoerlengte)
•
Horizontale afvoerdelen dienen
onder een afschot van tenmiste
3º te worden gemonteerd
De rookgasbuis aansluiten
De rookgasafvoerbuis mag niet
in contact komen met of vlak bij
brandbare materialen worden ge-
plaatst, en ze mag geen bouwstruc-
turen of wanden doorkruisen die van
brandbaar materiaal zijn gemaakt.
Deze ketel beschikt over een geïn-
tegreerde maximaalthermostaatfun-
ctie voor de rookgassen. Zodra de
rookgastemperatuur boven 90 ºC
stijgt, wordt de brander uitgescha-
keld. Dankzij deze functie is een
aanvullende (externe) veiligheidsvo-
orziening niet nodig.
Bij vervanging van een oude ke-
tel moet het systeem voor de
verluchting
en
er
altijd
worden
De verbinding van de rookgasafvo-
erbuis moet worden gerealiseerd
met behulp van een mannelijke/
vrouwelijke koppeling en een dich-
ting. De koppelingen moeten altijd
zo worden aangebracht, dat ze te-
gen de condensaatstroming ingaan
3
Index:
1.
Gasaansluiting
2.
Elektrische aansluiting
3.
Voedingsaansluiting
7.
Rookgas aansluiting
de
rookgasafvo-
vervangen.
17
NL