Het koelsysteem controleren
Controleer het koelvloeistofpeil bij het begin van elke dag.
De inhoud van de tank is 14 liter.
1. Verwijder voorzichtig de doppen van de radiator
(Fig. 6) en de expansietank (Fig. 5).
Voorzichtig
Wanneer de motor heeft gelopen en de radiatordop
wordt verwijderd, kan er onder druk staande hete
koelvloeistof ontsnappen. Dit kan brandwonden
veroorzaken.
Laat de motor minstens 15 minuten afkoelen of
totdat de radiatordop zover is afgekoeld dat u deze
kunt aanraken zonder uw handen te branden.
2. Controleer het koelvloeistofpeil in de radiator. De
radiator moet worden gevuld tot de bovenkant van de
vulbuis en de expansietank tot de markeringen op de
zijkant.
Figuur 5
1. Expansietank
3. Als het koelvloeistofpeil te laag is, moet u bijvullen met
een oplossing die half uit water, half uit ethyleenglycol-
antivries bestaat. GEBRUIK GEEN KOELVLOEI-
STOF OP BASIS VAN ALCOHOL/METHANOL
OF ALLEEN WATER.
4. Plaats de doppen van de radiator en de expansietank
terug.
De brandstoftank vullen
1. Verwijder de dop van de brandstoftank (Fig. 6).
2. Vul de tank bij tot ongeveer 25 cm onder de vulbuis met
Nr. 2 dieselbrandstof. Plaats daarna de dop terug.
1. Radiatordop
1
In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof
en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en
explosief. Brand of explosie van brandstof kan
brandwonden of materiële schade veroorzaken.
• Gebruik een trechter of tuit; brandstof
uitsluitend in de open lucht bij een afgezette of
koude motor bijvullen. Eventueel gemorste
brandstof opnemen.
• Vul de brandstoftank niet helemaal vol. Vul de
brandstoftank tot maximaal 25 cm vanaf de
onderkant van de vulbuis. Dit geeft de brandstof
in de tank ruimte om uit te zetten.
• Rook nooit wanneer u met brandstof bezig bent
en houd de brandstof weg van open vlammen of
vonken.
• Bewaar de brandstof in schone, veilige en
goedgekeurde containers en zorg ervoor dat de
dop op zijn plaats blijft.
16
1
2
Figuur 6
2. Dop van brandstoftank
Gevaar