Instellingen
Schaal voor in te stellen lengte
Om de spindels op dezelfde lengte in te stellen,
moet de schaal worden gebruikt.
Na de instelling moeten de wijzers (Afb. 57/1) op
dezelfde markering (Afb. 57/2) van de schaal
staan.
Spindels via ratel instellen
1. Verwijder de lunspen (Afb. 58/3).
2. Zet de hendel (Afb. 58/2) overeenkomstig
de gewenste draairichting vast.
3. Verleng/verkort de spindels via de hendel
(Afb. 58/1).
4. Borg de instelling met de lunspen (Afb.
58/3).
74
Afb. 57
Afb. 58
•
Bij alle
C e n t a u r
wordt de werkdiepte van de egalisatie-eenheid bij
S p e c i a l
het veranderen van de werkdiepte van de zaaischijven
automatisch aangepast.
Bij de
C e n t a u r 3 0 0 1 S p e c i a l
de egalisatie-eenheid handmatig worden aangepast.
•
Met name bij de
C e n t a u r S u p e r
egalisatie-eenheid bepalend voor de vereiste trekkracht en dus
voor het brandstofverbruik. Daarom moet een zo klein mogelijk
werkdiepte worden ingesteld.
- modellen behalve de
C e n t a u r 3 0 0 1
moet de werkdiepte van
is de werkdiepte van de
Centaur BAG 0024.1 06.07