8
Instellingen
8.1
Werkdiepte van de zaaischijven
Op de machine is een schaal aanwezig die als
oriëntatie dient voor het instellen van de
werkdiepte.
•
Kleine getalswaarde → kleine werkdiepte
•
Grote getalswaarde → grote werkdiepte
Afb. 45:
C e n t a u r 4 0 0 1
Afb. 46:
C e n t a u r 3 0 0 1
Centaur BAG 0024.1 06.07
WAARSCHUWING
Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden,
vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en
stoten door
•
onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van
de tractor opgeheven machine.
•
onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen
van de machine.
•
onbedoeld starten en wegrollen van de tractor/machine
combinatie.
Beveilig tractor en machine tegen onbedoeld starten en wegrollen
voordat u instellingen aan de machine uitvoert. Zie hiervoor blz. 63.
•
De gewenste werkdiepte kan worden ingesteld met de
mechanische of hydraulische diepte-instelling.
•
Hiermee worden de walswielen achter en de tast- of steunwielen
vóór (optie) op de juiste diepte ingesteld.
•
Zijn er geen tast- of steunwielen gemonteerd, dan moet de
diepte vóór worden ingesteld via de trekstangen van de tractor.
/
5 0 0 1
Afb. 45
Afb. 46
Instellingen
69