Instellingen
8.1.1
Mechanische diepte-instelling
Mechanische diepte-instelling bij de
:
C e n t a u r 3 0 0 1
De mechanische diepte-instelling vindt plaats
•
via de hydraulische cilinder van het
onderstel!
Werkdiepte verkleinen:
1. Bedien tractorregeleenheid 1 (2x geel).
→
Machine oplichten zodat de
afstandselementen worden ontlast.
2. Verhoog het aantal afstandselementen op
de zuigerstang.
Werkdiepte vergroten:
1. Bedien tractorregeleenheid 1 (2x geel).
→
Machine oplichten zodat de
afstandselementen worden ontlast.
2. Verminder het aantal afstandselementen op
de zuigerstang.
70
Met de mechanische diepte-instelling kan de werkdiepte van de
eenvoudig worden aangepast wanneer de machine
C e n t a u r
stilstaat. Afstandselementen aan de wals- en onderstelwielen aan de
achterzijde van de machine en afstandselementen aan de
dieptegeleidingswielen aan de voorzijde (optie) zijn onverliesbaar
gelagerd en kunnen afhankelijk van de gewenste werkdiepte in- of
uitgezwenkt worden. De werkdiepte kan in 15 trappen worden
ingesteld. De mechanische diepte-instelling kan in tegenstelling tot de
hydraulische diepte-instelling worden vervangen.
VOORZICHTIG
Niet met de handen tussen de cilinderbodem en de
afstandselementen komen! Gevaar voor bekneld raken!
•
Na het instellen van de werkdiepte aan de achterzijde van de
machine moet de machine met de trekstangen van de tractor
horizontaal worden gezet. Als oriëntatie dient het tandenframe.
•
Is de
met tastwielen uitgerust, dan moet de
C e n t a u r
machine aan de voorzijde door de trekstangen van de tractor op
de gewenste hoogte worden gehouden. De tastwielen mogen
het gewicht van de machine niet dragen.
Afb. 47
Bij de
C e n t a u r 3 0 0 1 S p e c i a l
de werkdiepte van de zaaischijven de werkdiepte van de egalisatie-
eenheid handmatig worden aangepast, zie blz. 73.
Bij de
C e n t a u r 3 0 0 1 S u p e r
egalisatie-eenheid automatisch aangepast. Zo nodig kan dit
handmatig worden beïnvloed, zie blz. 73.
moet na een verandering van
wordt de werkdiepte van de
Centaur BAG 0024.1 06.07