Opbouw en werking
5.11.2
Kantschijven / kanttanden
Bij de
C e n t a u r S p e c i a l
•
kunnen de kantschijven/kanttanden naar de
zijkant worden uitgeschoven,
•
kan de werkdiepte van de kantschijven
worden ingesteld,
•
kan de ingrijphoek van de kantschijven
worden ingesteld.
Afb. 30 – Kantschijf in werkstand
Afb. 31 – Kantschijf in transportstand
WAARSCHUWING
C e n t a u r 3 0 0 1 S p e c i a l
Vóór het transport moeten de
kantschijven/kanttanden helemaal
worden ingeschoven en met pennen
worden vastgezet (Afb. 31/1). De
pennen moeten met lunspennen (Afb.
31/2) worden geborgd.
5.11.3
Werkdiepte van kantschijven instellen
De kantschijven rechtsvoor en linksachter
moeten worden ingesteld.
1. Bedien tractorregeleenheid 1 (2 x geel).
→
Onderstel oplichten!
2. Draai de schroefverbindingen (Afb. 32/1)
los.
3. Stel de kantschijven in het langgat zodanig
in, dat er geen damvorming optreedt.
4. Draai de schroefverbindingen weer vast.
52
C e n t a u r S p e c i a l
Afb. 30
:
Afb. 31
Afb. 32
Centaur BAG 0024.1 06.07