10. Handgestarte modellen - Bij een koude motor de pompbal 4 tot 6 keer snel indrukken.
a. Trek eerst langzaam aan het startkoord totdat de startmotor aanslaat en trek vervolgens snel om
de motor te tornen.
b. Laat het koord langzaam terugrollen. Herhaal dit tot de motor aanslaat. Als de motor begint te
haperen, opnieuw voorinspuiten totdat de motor loopt.
11. Modellen met elektrische start - Draai de contactsleutel naar de START-stand en start de motor. Als de
motor koud is, drukt u op de sleutel om de motor te choken. Als de motor niet binnen 10 seconden
aanslaat, wacht u 30 seconden en probeert u het nogmaals. Als de motor begint af te slaan, nogmaals
voorinspuiten (op sleutel drukken) tot de motor loopt.
Snelle acceleratie kan resulteren in ernstig of dodelijk letsel door een val uit of in de boot. Verlaag het
motortoerental voordat u schakelt.
12. Controleer of er een ononderbroken straal water uit de indicatieopening van de waterpomp komt.
nld
BEDIENING
WAARSCHUWING
!
19804
19805
41
3076
3072