Verlichting in interieur
Knoppen op plafondconsole voor bediening lees-
lampjes en interieurverlichting voorin.
Leeslampje linkerzijde
Leeslampje rechterzijde
Interieurverlichting
Alle verlichting in het interieur kan handmatig
in- en uitgeschakeld worden binnen 30 minu-
ten nadat:
•
u de motor hebt afgezet en de transpon-
dersleutel in stand 0 staat
•
de auto ontgrendeld is zonder dat de motor
is gestart.
Plafondverlichting voorin
De leeslampjes voorin worden in- en uitge-
schakeld met een druk op de bijbehorende
knoppen op de plafondconsole.
Plafondverlichting achterin
Plafondverlichting achterin.
U kunt de lampjes in- en uitschakelen met een
druk op de bijbehorende knop.
Instapverlichting
De instapverlichting (alsmede de interieurver-
lichting) worden in- en uitgeschakeld bij het
openen c.q. sluiten van een portier.
Verlichting dashboardkastje
De verlichting in het dashboardkastje wordt in-
en uitgeschakeld bij het openen en sluiten van
de klep van het kastje.
03 Bestuurdersmilieu
Verlichting
Make-upspiegel
De verlichting van de make-upspiegel, zie
pagina 221, wordt bij het openen en sluiten
van het klepje in- en uitgeschakeld.
Bagageruimteverlichting
De bagageruimteverlichting wordt bij het ope-
nen en sluiten van de achterklep automatisch
in- en uitgeschakeld.
Automatische verlichting
Met de knop voor de interieurverlichting kunt u
drie verlichtingsstanden selecteren:
•
Uit – rechterkant ingedrukt, automatische
interieurverlichting gedeactiveerd.
•
Neutrale stand – automatische verlichting
geactiveerd.
•
Aan – linkerkant ingedrukt, interieurverlich-
ting brandt.
Neutrale stand
Met de knop in de neutrale stand wordt de
interieurverlichting als volgt automatisch in- en
uitgeschakeld.
De interieurverlichting wordt ingeschakeld en
blijft 30 seconden lang branden, als:
•
u de auto met de afstandsbediening ont-
grendelt (zie pagina 50 of 53)
•
u de motor hebt afgezet en de transpon-
dersleutel in stand 0 staat.
03
``
95