WAARSCHUWING
De adaptieve cruisecontrol waarschuwt
alleen voor de voertuigen die de radarsen-
sor heeft geregistreerd. Het is dan ook
mogelijk dat een waarschuwing uitblijft of
pas na enige vertraging wordt gegeven.
Wacht een waarschuwing dan ook niet af,
maar rem zelf wanneer u dat nodig acht.
Steile wegen en/of zware belading
Let erop dat de adaptieve cruisecontrol in eer-
ste instantie bestemd is voor gebruik tijdens
ritten op vlakke weggedeelten. De cruisecon-
trol heeft mogelijk moeite om de juiste volgaf-
stand ten opzichte van voorliggers aan te hou-
den bij ritten op steile wegen, bij vervoer van
zware belading of met een aanhanger/caravan
achter de auto – blijf dan extra alert en rem zo
nodig zelf.
2
Auto's met cruisecontrol.
3
Auto's zonder cruisecontrol. Een Volvo-dealer kan u informeren over wat er op uw markt geldt.
Bediening
2
Toetsenset
op stuurwiel en display.
Cruisecontrol – Aan/Uit.
Stand-bystand beëindigd en de opgesla-
gen snelheid wordt hervat – iedere keer
drukken komt overeen met +1 km/h.
Stand-by zetten
Volgtijd – Verlengen/verkorten.
Activeren en snelheid aanpassen (iedere
keer indrukken komt overeen met +/– 5
km/h).
Gekozen snelheid (tussen haakjes = stand-
bystand).
04 Comfort en rijplezier
Adaptieve cruisecontrol*
Volgtijd – Aan, tijdens aanpassing.
Volgtijd – Aan, ná aanpassing.
3
Toetsenset
stuurwiel.
De stand-bystand wordt beëindigd en de
ingestelde snelheid wordt hervat.
Cruisecontrol – Aan/Uit of stand-bystand.
Volgtijd – Verlengen/verkorten.
Activeren en snelheid aanpassen.
Activeren en snelheid instellen
Schakel de cruisecontrol in met een druk op de
stuurtoets
– het symbool
op het display. De haakjes (6) bij
aan dat de cruisecontrol stand-by staat.
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
04
gaat branden
(---)
geven
``
179