Slepen
Controleer voordat u de auto gaat slepen wat
de toegestane maximumsnelheid is voor sle-
pen.
1. Steek de transpondersleutel in het con-
tactslot om het stuurslot op te heffen zodat
de auto bestuurbaar wordt, zie pagina 83.
2. Laat de transpondersleutel tijdens het sle-
pen in het contactslot zitten.
3. Houd, wanneer de slepende auto afremt,
de sleepkabel altijd strak door met uw voet
lichte druk op het rempedaal uit te oefenen
– zo voorkomt u schokken.
4. Sta klaar om te remmen om de auto tot
stilstand te brengen.
WAARSCHUWING
•
Het stuurslot moet worden opgeheven,
voordat u de auto sleept.
•
De transpondersleutel moet in sleutel-
stand II staan.
•
Neem de transpondersleutel nooit tij-
dens het rijden uit het contactslot, ook
niet als de auto gesleept wordt.
WAARSCHUWING
De rembekrachtiging en de stuurbekrachti-
ging werken niet wanneer de motor uitge-
schakeld is. U moet ongeveer vijfmaal zo
hard op het rempedaal trappen en de auto
stuurt aanzienlijk zwaarder dan normaal.
Handgeschakelde versnellingsbak
±
Zet de versnellingspook in de neutrale
stand en los de parkeerrem.
Automatische versnellingsbak
Geartronic
BELANGRIJK
Let erop dat u de auto altijd dusdanig weg-
sleept dat de wielen in de rijrichting draaien.
•
De snelheidslimiet voor het wegslepen
van een auto met automatische versnel-
lingsbak is 80 km/h. U mag de auto over
een afstand van maximaal 80 km ver-
slepen.
±
Zet de keuzehendel in stand N en los de
parkeerrem.
Automatische versnellingsbak
Powershift
Bij het model 2.0T met een automatische
Powershift-versnellingsbak moet de motor
06 Tijdens het rijden
Slepen en bergen
lopen voor voldoende smering van de versnel-
lingsbak en daarom mag dit model niet worden
gesleept.
BELANGRIJK
Vermijd slepen.
•
Een auto die op een gevaarlijke plek in
het verkeer staat, mag echter over een
korte afstand (tot 10 km) en op lage
snelheid (tot 10 km/h) worden versleept.
Berg de auto altijd zo dat de wielen in
de rijrichting draaien.
•
Om de auto over afstanden groter dan
10 km te verslepen, dienen de aange-
dreven wielen geheven te worden – het
wordt geadviseerd een professioneel
bergingsbedrijf in te schakelen.
±
Zet de keuzehendel in stand N en los de
parkeerrem.
Starten met hulpaccu
Probeer de motor niet aan te slepen. Gebruik
een hulpaccu als de startaccu dusdanig ontla-
den is dat de motor niet kan worden gestart,
zie pagina 119.
BELANGRIJK
De katalysator kan beschadigd raken als u
de auto probeert aan te slepen.
06
``
299