Advertenties
04 Comfort en rijplezier
Park Assist-camera*
Kleur
Oranje
Oranje
Rood
Instellingen
Druk op OK/MENU wanneer een cameraweer-
gave getoond wordt. Voer de gewenste instel-
lingen uit.
04
Overig
•
De standaardinstelling is dat de camera
wordt geactiveerd bij het inschakelen van
de achteruitversnelling.
•
Bij indrukken van CAM wordt de camera
geactiveerd, ook al is de achteruitversnel-
ling niet ingeschakeld.
•
Wissel tussen de normale en ingezoomde
weergave door te draaien aan TUNE of te
drukken op CAM.
•
Als er meerdere camera's* op de auto
gemonteerd zijn, kunt u van camera wis-
selen door aan TUNE te draaien.
*
214
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Beperkingen
Afstand (meter)
1,5–
N.B.
Fietsdragers of andere accessoires achter
0,3–1,5
op de auto kunnen het blikveld van de
camera blokkeren.
0–0,3
Let erop dat ook als het geblokkeerde gebied
er op het scherm relatief klein uitziet, het wer-
kelijke, verborgen gebied dusdanig groot kan
zijn dat obstakels pas worden geregistreerd
wanneer u er bijna bovenop zit.
Waar u op moet letten
•
Houd de cameralens vrij van vuil, sneeuw
en ijs.
•
Maak de cameralens regelmatig schoon
met lauw water en autoshampoo – wees
voorzichtig om geen krassen in de lens te
maken.
Advertenties
