Transpondersleutel aanbrengen en
verwijderen
Contactsleutel met ingedrukte transpondersleutel.
N.B.
Voor auto's met Keyless drive-functie*, zie
pagina 58.
Sleutel aanbrengen
Houd de transpondersleutel beet aan de kant
van het afneembare sleutelblad en plaats de
sleutel in het contactslot. Duw de sleutel ver-
volgens tot aan de aanslag in het slot.
BELANGRIJK
Vreemde voorwerpen in het contactslot
kunnen tot functiestoringen leiden of
schade aan het slot toebrengen.
De transpondersleutel niet verkeerd om
insteken – pak de sleutel beet aan het uit-
einde met het afneembare sleutelblad. zie
pagina 52.
Sleutel verwijderen
Pak de transpondersleutel beet en trek deze
naar buiten.
Functies
De drie verschillende sleutelstanden zijn te
activeren zonder daarvoor de motor te hoeven
starten. De tabel geeft aan welke functies
beschikbaar zijn in de verschillende sleutel-
standen.
N.B.
Om sleutelstand I of II te activeren zonder
de motor te starten – voer een van de vol-
gende punten uit zonder het rem-/koppe-
lingspedaal te bedienen.
Sleutelstand 0
Plaats de transpondersleutel in het contactslot
en duw deze tot aan de aanslag naar binnen.
03 Bestuurdersmilieu
Sleutelstanden
Sleutelstand I
Met de transpondersleutel volledig in het con-
tactslot geduwd - Druk kort op START/STOP
ENGINE.
Sleutelstand II
Met de transpondersleutel volledig in het con-
tactslot geduwd - Druk ca. 2 seconden op
START/STOP ENGINE.
Terug naar sleutelstand 0
Om terug te gaan naar sleutelstand 0 vanuit
stand I of II – druk kort op START/STOP
ENGINE.
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
03
``
83