Storingen, oorzaak en remedie
Uw grasmaaier is ontworpen en gefabriceerd voor een probleemloze werking. Controleer zorgvuldig de volgende
onderdelen en artikelen en zie Onderhoud op blz. 19 voor meer informatie. Indien een probleem zich blijft voordoen, kunt
u contact opnemen met een Erkende Service Dealer.
Probleem
Motor start niet
Motor start moeilijk of verliest
vermogen
De motor loopt onregelmatig
Mogelijke oorzaken
1. Brandstoftank leeg of oude
benzine in het
brandstofsysteem.
2. De gashendel staat niet op
Fast/Snel.
3. De hulpstartknop is niet
ingedrukt.
4. De kabel is niet aangesloten op
de bougie.
5. De bougie is aangetast, vuil, of
de elektrodenafstand is niet
correct afgesteld.
1. De brandstoftank bevat oude
benzine.
2. Het luchtfilterelement is vuil en
belemmert de luchtstroom.
3. De onderkant van het maaidek
is bedekt met maaisel en
rommel.
4. De bougie is aangetast, vuil, of
de elektrodenafstand is niet
correct afgesteld.
1. De kabel is niet aangesloten op
de bougie.
2. De bougie is aangetast, vuil, of
de elektrodenafstand is niet
correct afgesteld.
3. De gashendel staat niet op
Fast/Snel.
4. Het luchtfilterelement is vuil en
belemmert de luchtstroom.
31
Remedie
1. Tap de benzine af uit de
brandstoftank of vul deze met
verse benzine-oliemengsel.
Neem contact op met een
erkende Service Dealer, als het
probleem blijft voortduren.
2. Zet de gashendel op Fast/Snel
.
3. Druk de hulpstartknop drie
maal in.
4. Sluit de bougiekabel aan op de
bougie.
5. Controleer de bougie en stel de
elektrodenafstand af indien
nodig. Vervang de bougie als
deze aangetast, vuil of
gebarsten is.
1. Tap de brandstoftank af en vul
deze met een vers benzine-
oliemengsel.
2. Vervang het luchtfilterelement.
3. Reinig de onderkant van het
maaidek van de machine.
4. Controleer de bougie en stel de
elektrodenafstand af indien
nodig. Vervang de bougie als
deze aangetast, vuil of
gebarsten is.
1. Sluit de bougiekabel aan op de
bougie.
2. Controleer de bougie en stel de
elektrodenafstand af indien
nodig. Vervang de bougie als
deze aangetast, vuil of
gebarsten is.
3. Zet de gashendel op
Fast/Snel.
4. Vervang het luchtfilterelement.