Maaihoogte instellen
De maaihoogte kan worden ingesteld van ongeveer 19 tot
83 mm in stapppen van 12,7 mm (Fig. 16). Door de
stelschroef voor de maaihoogte naar voren te bewegen,
verhoogt u de maaihoogte.
Figuur 16
Gevaar
Bij het afstellen van de maaihoogtehendels
kunnen uw handen in aanraking komen met een
bewegend mes. Dit kan ernstig lichamelijk letsel
veroorzaken.
Zet de motor af en wacht tot alle bewegende
delen stilstaan voordat u de maaihoogte instelt.
Plaats uw vingers niet onder de maaikast als u
de maaihoogtehendels afstelt.
1. Stop de motor en wacht tot alle bewegende delen tot
stilstand gekomen zijn.
2. Til de maaikast op, zodat het wiel vrijkomt van de
grond. Steek uw handen niet onder de maaikast om
deze op te tillen.
3. Druk de afstelhendel voor de maaihoogte tegen het
wiel (Fig. 17) en zet deze in de gewenste afstelling.
1. Afstelhendel voor de
m-976
maaihoogte
Opmerking: Zorg ervoor dat de pen op de
afstelhendel vastzit in de uitsparing in de slijtplaat van
de maaikast.
4. Alle wielen moeten dezelfde maaihoogte-afstelling
krijgen.
15
m-225
Figuur 17
2. Slijtplaat van maaikast