Uw activiteitenprofiel bijwerken
U kunt tien activiteitenprofielen instellen. U kunt uw instellingen en de gegevensvelden voor een bepaalde
activiteit of route aanpassen.
1 Selecteer
> Activiteitenprofielen.
2 Selecteer een optie:
• Selecteer een profiel.
• Selecteer Maak nieuw om een profiel te maken of te kopiëren.
3 Wijzig zo nodig de naam en kleur voor het profiel.
4 Selecteer een optie:
• Selecteer Gegevensschermen om de gegevensschermen en gegevensvelden aan te passen
gegevensscherm toevoegen, pagina
• Selecteer Standaardrittype om het bij dit activiteitenprofiel passende type rit in te stellen, zoals rit tussen
kantoor en huis.
TIP: Na een rit die niet bij het profiel past, kunt u het rittype handmatig bijwerken. Nauwkeurige
rittypegegevens zijn belangrijk voor het kiezen van fietsvriendelijke routes.
• Selecteer Segmenten om uw ingeschakelde segmenten weer te geven
pagina
11).
• Selecteer ClimbPro om de ClimbPro functie in te schakelen
• Selecteer Waarschuwingen om uw trainingswaarschuwingen aan te passen
pagina
54).
• Selecteer Automatische functies > Auto Lap om in te stellen hoe rondes worden gemarkeerd
positie markeren, pagina
• Selecteer Automatische functies > Automatische slaapstand om in te stellen dat het toestel automatisch
in de slaapstand gaat na 5 minuten inactiviteit
• Selecteer Automatische functies > Auto Pause om in te stellen wanneer de activiteiten-timer automatisch
pauzeert
(Auto Pause gebruiken, pagina
• Selecteer Automatische functies > Auto Scroll om de weergave van de pagina's met trainingsgegevens
aan te passen wanneer de activiteiten-timer loopt
• Selecteer Timer start-modus om in te stellen hoe het toestel het begin van een rit detecteert en dat de
activiteitentimer automatisch start
• Selecteer Voeding/hydratatie om te kunnen bijhouden hoeveel u eet en drinkt.
• Selecteer MTB/CX > Reg grit/flow/spr om grit, flow en sprongen te registreren.
• Selecteer Navigatie > Kaart om de kaartinstellingen aan te passen
• Selecteer Navigatie > Routebepaling om de route-instellingen aan te passen
pagina
34).
• Selecteer Navigatie > Navigatie-aanwijzingen om navigatieberichten weer te geven met behulp van een
kaartweergave of tekstaanwijzing.
• Selecteer Navigatie > Waarschuwing scherpe bocht om navigatiewaarschuwingen in te schakelen bij
moeilijke bochten.
• Selecteer GPS-modus om GPS uit te schakelen
wijzigen
(De satellietinstelling wijzigen, pagina
• Selecteer Aanraakgevoeligheid om de gevoeligheid van het aanraakscherm aan te passen.
Alle wijzigingen die u aanbrengt worden opgeslagen in het activiteitenprofiel.
Uw toestel aanpassen
54).
56).
(Automatische slaapstand gebruiken, pagina
57).
(De timer automatisch starten, pagina
(Indoortrainingen, pagina
57).
(Segmenten inschakelen,
(ClimbPro gebruiken, pagina
(Auto Scroll gebruiken, pagina
57).
(Kaartinstellingen, pagina
16) of de satellietinstelling te
(Een
32).
(Waarschuwingen,
(Ronden op
56).
57).
33).
(Route-instellingen,
53