1
Microfoons
Met de geïntegreerde microfoons kunt u geluiden en spraak vastleggen met een softwareprogramma voor
audio.
Afhankelijk van het model kan uw computer worden geleverd met een microfoon.
2
Camera
Gebruik de camera om foto's te maken en videovergaderingen te houden. Meer informatie vindt u in 'De
camera gebruiken' op pagina 32.
3
Aan/uit-knop
Druk op de aan/uit-knop om de computer in te schakelen of om de computer in slaapstand te zetten. Zie
'Veelgestelde vragen' op pagina 15 voor informatie over het uitschakelen van de computer.
Als de computer helemaal niet reageert, kunt u de computer uitzetten door de aan/uit-knop vier of meer
seconden ingedrukt te houden. Als de computer niet kan worden uitgeschakeld, gaat u naar 'De computer
reageert niet meer' op pagina 85 voor meer informatie.
U kunt ook bepalen wat de aan/uit-knop doet. Als u bijvoorbeeld op de aan/uit-knop drukt, kunt u de
computer uitschakelen of in de slaap- of de sluimerstand zetten. Voer de volgende stappen uit om het
gedrag van de aan/uit-knop te wijzigen:
1. Ga naar het Configuratiescherm en wijzig de weergave hiervan van Categorie in Grote pictogrammen of
Kleine pictogrammen.
2. Klik op Energiebeheer ➙ Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
ThinkPad-aanwijsapparaat
4
TrackPoint-aanwijsknopje
7
ThinkPad-trackpad
8
TrackPoint-klikknoppen (op sommige modellen)
Op het toetsenbord vindt u het ThinkPad-aanwijsapparaat. Aanwijzen, selecteren en slepen worden in
één moeite uitgevoerd, terwijl uw handen gewoon in de typpositie blijven. Meer informatie vindt u in
'ThinkPad-aanwijsapparaat' op pagina 19.
5
Systeemstatuslampje
Het verlichte punt in het ThinkPad-logo fungeert als systeemstatuslampje. Zie 'Statuslampjes' op pagina
6 voor gedetailleerde informatie over het lampje.
6
Vingerafdruklezer (beschikbaar op bepaalde modellen)
Sommige modellen zijn uitgerust met een vingerafdruklezer. Vingerafdrukverificatietechnologie zorgt voor
een eenvoudige en veilige toegang tot het systeem door uw vingerafdruk aan een wachtwoord te koppelen.
Voor meer informatie over de vingerafdruklezer raadpleegt u 'De vingerafdruklezer gebruiken' op pagina 52.
9
Mediakaartsleuf
De computer is uitgerust met een geheugenkaartlezer, die een mediakaartsleuf biedt. Steek een Flash
Media-kaart in mediakaartsleuf om de gegevens op de kaart te lezen. Zie voor meer informatie over de
ondersteunde kaarten 'Een flash media-kaart gebruiken' op pagina 33.
2
Gebruikershandleiding