Het trackpad kan worden verdeeld in twee gebieden met aparte functies:
1
Linkermuisknopgebied (primair muisknopgebied)
2
Rechtermuisknopgebied (secundair muisknopgebied)
Om de trackpad te gebruiken, volgt u deze instructies:
• Aanwijzen
Veeg één vinger over het oppervlak van de trackpad om de aanwijzer dienovereenkomstig te verplaatsen.
• Links klikken
Druk op het linkermuisknopgebied
U kunt ook met één vinger op een willekeurige plek op het oppervlak van de trackpad tikken om de
linkermuisknopactie uit te voeren.
• Rechts klikken
Druk op het rechtermuisknopgebied
U kunt ook met twee vingers op een willekeurige plek op het oppervlak van de trackpad tikken om
de rechtermuisknopactie uit te voeren.
• Bladeren
Plaats twee vingers op de trackpad en beweeg ze in een verticale of horizontale richting. Met deze
actie kunt u door documenten, websites en apps bladeren. Zorg ervoor dat u de twee vingers iets
van elkaar af plaatst.
Met de trackpad kunt u ook diverse aanraakbewegingen uitvoeren. Voor meer informatie over het gebruik
van de tikgebaren raadpleegt u 'Aanraakbewegingen van de trackpad' op pagina 21.
Als er olie op het oppervlak van de trackpad zit, zet dan eerst de computer uit. Veeg daarna het oppervlak
van de trackpad schoon met een zachte, pluisvrije doek die vochtig is gemaakt met lauw water of
reinigingsmiddel voor computers.
Aanraakbewegingen van de trackpad
Het hele oppervlak van de trackpad is gevoelig voor aanraken en bewegingen. U kunt de trackpad gebruiken
om aanwijs- en klikacties uit te voeren, zoals bij een traditionele muis. Met de trackpad kunt u ook diverse
aanraakbewegingen uitvoeren.
In het volgende gedeelte worden enkele veelgebruikte aanraakbewegingen zoals tikken, slepen en bladeren
geïntroduceerd. Voor meer bewegingen kunt u help-informatie van het ThinkPad-aanwijsapparaat
raadplegen.
Opmerkingen:
1
om een item te selecteren of te openen.
2
om een snelmenu weer te geven.
.
Hoofdstuk 2
De computer gebruiken
21