Onderhoud
een onderhoudsbeurt te laten geven door
een erkende Yamaha-dealer voor u hem op-
bergt. U kan echter zelf met een minimum
aan gereedschap de volgende procedures
uitvoeren.
DCM01080
OPGELET:
Om problemen te voorkomen die ver-
G
oorzaakt worden door olie die vanuit
het oliecarter in de cilinder terecht-
komt, moet de buitenboordmotor in de
getoonde stand worden gehouden als
hij wordt vervoerd of opgeborgen. Als
de buitenboordmotor liggend (niet
rechtop) wordt vervoerd of opgebor-
gen, leg hem dan op een kussen nadat
de motorolie afgetapt is.
Leg de buitenboordmotor niet op zijn zij
G
voordat het koelwater helemaal is afge-
tapt, anders kan het water langs het uit-
laatkanaal in de cilinder terechtkomen
en motorpech veroorzaken.
Berg de buitenboordmotor op op een
G
droge, goed verluchte plaats, waar hij
niet aan rechtstreeks zonlicht is bloot-
gesteld.
40
DMU28301
Procedure
DMU28321
Spoelen met de doorspoel aansluiting
(oorkap)
Spoelen met de doorspoel aansluiting (oor-
kap)
1.
Was het buitenboordmotorlichaam met
zoet water. Voor meer informatie, zie
pagina 44.
2.
Ontkoppel de brandstofleiding van de
motor of sluit de brandstofkraan (als er
één is).
3.
Verwijder de motorkap en het geluids-
demperdeksel. Verwijder de propeller.
4.
Installeer de doorspoel aansluiting (oor-
kap) over de koelwaterinlaat.
DCM00300
OPGELET:
Laat de motor niet draaien zonder hem te
voorzien van koelwater. Anders wordt de
waterpomp van de motor beschadigd of
loopt de motor schade op door overver-
hitting. Alvorens de motor te starten,
moet worden gecontroleerd of de koelwa-
termantels wel worden voorzien van wa-
ZMU03659
ter.
DCM00310
OPGELET:
Laat de buitenboordmotor niet met een
hoge snelheid draaien als hij aan de door-
ZMU04201