4 Voorbereiding
Type capaciteit
Leidingmaat (buitendiameter) (mm)
buitenunit (HP)
Gasleiding
8
10
12~16
18~22
24
26~34
36~54
D: Leiding tussen koelmiddelaftaksets
Kies uit de volgende tabel volgens het type van de totale capaciteit
van de stroomafwaarts aangesloten binnenunits. De diameter van
de
aansluitleiding
mag
niet
koelmiddelleiding die is bepaald door de algemene modelnaam van
het systeem.
Capaciteitsindex
Leidingmaat (buitendiameter) (mm)
binnenunit
Gasleiding
<150
150≤x<200
200≤x<290
290≤x<420
420≤x<640
640≤x<920
≥920
Voorbeeld:
▪ Stroomafwaartse capaciteit voor E=capaciteitsindex van unit 1
▪ Stroomafwaartse capaciteit voor D=capaciteitsindex van unit
1+capaciteitsindex van unit 2
E: Leidingen tussen koelmiddelaftakset en
binnenunit
De leidingdiameter voor rechtstreekse aansluiting op de binnenunit
moet dezelfde zijn als de diameter voor de aansluitleiding van de
binnenunit (wanneer de binnenunit een VRV DX-binnenunit of
Hydrobox is).
Capaciteitsindex
Leidingmaat (buitendiameter) (mm)
binnenunit
Gasleiding
15~50
63~140
200
250
▪ Wanneer de equivalente leidinglengte tussen de buiten- en de
binnenunits
90 m
of
meer
hoofdleidingen
(zowel
gaszijdig
gebruikt. Afhankelijk van de lengte van de leiding kan de
capaciteit afnemen. Maar zelfs in een dergelijk geval moet de
maat van de hoofdleidingen worden vergroot. Meer specificaties
vindt u in de technische data.
a
b
c
d
a
Buitenunit
b
Hoofdleidingen
c
Vergroot bij een equivalente leidinglengte van ≥90 m
d
Eerste koelmiddelaftakkit
e
Binnenunit
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
8
Vloeistofleiding
19,1
9,5
22,2
9,5
28,6
12,7
28,6
15,9
34,9
15,9
34,9
19,1
41,3
19,1
groter
zijn
dan
die
van
Vloeistofleiding
15,9
9,5
19,1
22,2
28,6
12,7
15,9
34,9
19,1
41,3
Vloeistofleiding
12,7
6,4
15,9
9,5
19,1
22,2
bedraagt,
moeten
dikkere
als
vloeistofzijdig)
worden
e
HP-klasse
8
10
12+14
16
18~22
24
26~34
36~54
(a)
Als de maat van de vergroting NIET beschikbaar is, dan
moet u de standaardmaat gebruiken. Andere combinaties
de
dan hiervoor aangegeven zijn verboden. Maar zelfs bij
gebruik van de standaardmaat mag de equivalente
leidinglengte meer dan 90 m bedragen.
(b)
Een grotere leidingmaat is niet toegelaten.
▪ De wanddikte van de koelmiddelleidingen moet voldoen aan de
geldende wetgeving. De minimale wanddikte voor leidingen voor
R410A
moet
overeenstemmen
onderstaande tabel.
Leidingdiameter (mm)
6,4/9,5/12,7
15,9
19,1/22,2
28,6
34,9
41,3
▪ Wanneer
de
vereiste
verkrijgbaar zijn, mag u ook andere diameters (mm-maten)
gebruiken; houd hierbij rekening met de volgende punten:
▪ Neem de leidingdiameter die het dichtst bij de gevraagde
diameter ligt.
▪ Gebruik de gepaste adapterstukken voor de overgang van
leidingen met inch-maten naar leidingen met mm-maten (lokaal
te voorzien).
▪ Wijzig de berekening voor extra koelmiddel zoals beschreven in
"5.6.3 Bepalen hoeveel koelmiddel bijgevuld moet worden" op
pagina 17.
F: Leiding tussen koelmiddelaftakset en BP-unit
De leidingdiameter voor rechtstreekse aansluiting op de BP-unit
moet gebaseerd zijn op de totale capaciteit van de aangesloten
binnenunits (alleen wanneer RA DX-binnenunits zijn aangesloten).
Totale
capaciteitsindex
van aangesloten
binnenunits
20~62
63~149
150~208
Voorbeeld:
Stroomafwaartse capaciteit voor F=capaciteitsindex van unit
4+capaciteitsindex van unit 5
G: Leiding tussen BP-unit en RA DX-binnenunit
Alleen wanneer RA DX-binnenunits zijn aangesloten.
Vergroot
Leidingmaat (buitendiameter) (mm)
Gasleiding
Vloeistofleiding
19,1 → 22,2
9,5 → 12,7
(a)
22,2 → 25,4
(b)
28,6
12,7 → 15,9
(a)
28,6 → 31,8
15,9 → 19,1
(b)
34,9
(a)
34,9 → 38,1
19,1 → 22,2
(b)
41,3
met
de
waarden
Minimale dikte t (mm)
0,80
0,99
0,80
0,99
1,21
1,43
leidingdiameters
(inch-maten)
Leidingmaat (buitendiameter) (mm)
Gasleiding
Vloeistofleiding
12,7
15,9
19,1
RYYQ+RYMQ+RXYQ8~20T7Y1B
VRV IV-systeem airconditioner
4P370473-1B – 2016.02
in
de
niet
6,4
9,5