5.7
De elektrische bedrading
aansluiten
5.7.1
Lokale bedrading: Overzicht
De lokale bedrading bestaat uit de bedrading van de voeding (altijd
met aarding) en communicatie tussen binnen- en buitenunit
(=transmissie).
Voorbeeld:
a
d
d
i
c
b
h
a
b
g
c
e
e
h
h
h
h
f
f
a
Lokale voeding (met aardlekbeveiliging)
b
Hoofdschakelaar
c
Aardingsaansluiting
d
Buitenunit
e
Binnenunit
f
Gebruikersinterface
g
Voedingsbedrading binnenunit (ommantelde kabel) (230 V)
h
Transmissiebedrading (ommantelde kabel) (16 V)
i
Voedingsbedrading buitenunit (ommantelde kabel)
Voeding 3N~ 50 Hz
Voeding 1~ 50 Hz
Aardingsbedrading
5.7.2
Richtlijnen bij het uitslaan van de
uitbreekopeningen
▪ Het uitslaan van een uitbreekopening gebeurt met een hamer.
▪ Na het uitslaan van de uitbreekopeningen, verwijdert u best de
bramen en brengt u reparatieverf aan op de randen en de delen
rond de randen om roestvorming te voorkomen.
▪ Draai beschermende tape rond de bedrading om beschadiging
van de draden te voorkomen wanneer u stroomkabels door de
uitbreekopeningen voert, steek de draden door lokaal voorziene
beschermende mantelbuizen op die plaats, of installeer geschikte
lokaal voorziene draadnippels of rubberen bussen in de
uitbreekopeningen.
a
b
c
a
Uitbreekopening
b
Braam
c
Verwijder bramen
d
Stop de uitbreekopeningen dicht met opvulsel (ter plaatse
klaar te maken) als de mogelijkheid bestaat dat kleine
dieren via de uitbreekopeningen in het systeem
binnendringen
5.7.3
Transmissiebedrading routeren en
bevestigen
De transmissiebedrading kan alleen door de voorkant worden geleid.
Bind de bedrading vast aan het bovenste montagegat.
RYYQ+RYMQ+RXYQ8~20T7Y1B
VRV IV-systeem airconditioner
4P370473-1B – 2016.02
d
h
g
e
h
h
f
d
8~12 HP
A
b
a
A
a
Transmissiebedrading (mogelijkheid 1)
b
Transmissiebedrading (mogelijkheid 2)
bedrading met kabelbinders aan de leidingisolatie.
c
Kabelbinder. In de fabriek geïnstalleerde
laagspanningsbedrading.
d
Kabelbinder.
(a)
Uitbreekopening vrijmaken. Sluit de opening af om te
voorkomen dat kleine dieren of vuil binnendringen.
8~12 HP
a
b
L1
L2
L3
N
Bevestig op de aangegeven plastic beugels met behulp van het
lokaal te voorziene klemmateriaal.
a
Bedrading tussen units (binnen- en buitenunits) (F1/F2
links)
b
Interne transmissiebedrading (Q1/Q2)
c
Plastic beugel
d
Lokaal geleverde klemmen
5.7.4
Transmissiebedrading aansluiten
De bedrading van de binnenunits moet worden aangesloten op de
klemmen F1 / F 2 (In-Out) op de printplaat in de buitenunit.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
5 Installatie
14~20 HP
c
c
c
d
A
b
a
(a)
(a)
. Bind de
14~20 HP
a
b
d
c
d
c
d
c
c
d
c
c
d
23