7 Inbedrijfstelling
Afsluiters
Zorg dat de afsluiters aan zowel de vloeistof- als de
gaszijde open zijn.
Beschadigde onderdelen
Controleer de binnenkant van de unit op beschadigde
onderdelen of platgedrukte leidingen.
Koelmiddellek
Controleer
de
binnenkant
koelmiddellekken. Probeer eventuele koelmiddellekken te
repareren. Raadpleeg uw plaatselijke dealer als u er niet
in slaagt het lek te verhelpen. Raak geen koelmiddel aan
dat uit de aansluitingen van de koelmiddelleidingen is
gelekt. Anders kunt u vrieswonden oplopen.
Olielek
Controleer
de
compressor
eventuele
olielekken
plaatselijke dealer als u er niet in slaagt het lek te
verhelpen.
Luchtinlaat/-uitlaat
Controleer of de luchtinlaat en -uitlaat van de unit niet
belemmerd is door papier, karton of iets anders.
Hoeveelheid extra koelmiddel
De bij te vullen hoeveelheid koelmiddel moet worden
vermeld op het bijgevoegde label "Bijgevuld koelmiddel"
en aangebracht op de achterkant van het voorpaneel.
Installatiedatum en lokale instelling
Schrijf de installatiedatum op de sticker op de achterkant
van
het
bovenste
EN60335‑2‑40 en noteer ook de lokale instelling(en).
7.3
Over proefdraaien
De hiernavolgende procedure beschrijft het proefdraaien van het
volledige systeem. De volgende punten worden gecontroleerd en
beoordeeld:
▪ Controle van bedradingsfouten (controle van communicatie met
binnenunits).
▪ Controle of de afsluiters openen.
▪ Bepaling van de leidinglengte.
▪ Referentiegegevens
verzamelen
lekdetectie vereist is, moet bij het proefdraaien een uitvoerige
controle van de situatie van het koelmiddel worden uitgevoerd. Als
de lekdetectie NIET vereist is, mag de uitvoerige controle van de
situatie van het koelmiddel worden overgeslagen bij het
proefdraaien. Dit kan worden ingesteld met instelling [2‑88].
INFORMATIE
Buiten de volgende grenswaarden kan de toestand van het
koelmiddel niet worden gecontroleerd:
▪ Buitentemperatuur: 0~43°C droge bol
▪ Binnentemperatuur: 20~32°C droge bol
Waarde [2‑88]
0
Het systeem zal proefdraaien met een
uitvoerige controle van de situatie van het
koelmiddel. Na het proefdraaien is de unit klaar
voor lekdetectie (zie
lekdetectiefunctie" op pagina 29
informatie).
1
Het systeem zal proefdraaien zonder een
uitvoerige controle van de situatie van het
koelmiddel. Na het proefdraaien is de unit
NIET klaar voor lekdetectie.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
30
van
de
unit
op
op
olielekken.
Probeer
te
repareren.
Raadpleeg
uw
voorpaneel
overeenkomstig
voor
lekdetectie.
Als
Beschrijving
"6.2 Met behulp van de
voor meer
INFORMATIE
▪ Wanneer [2‑88]=0, kan het proefdraaien tot 4 uur lang
duren.
▪ Wanneer [2‑88]=0 en het proefdraaien voortijdig werd
afgebroken,
aangegeven op de gebruikersinterface. Het systeem
kan worden gebruikt. De lekdetectiefunctie is NIET
beschikbaar. Laat het systeem best nog eens
proefdraaien.
▪ Als de automatische vulfunctie werd gebruikt, dan
informeert de unit de gebruiker over eventuele
ongunstige
verzamelen van uitvoerige gegevens over de situatie
van het koelmiddel. In dat geval werkt de lekdetectie
minder nauwkeurig. Laat het systeem in dat geval op
een gunstiger ogenblik opnieuw proefdraaien. Wanneer
tijdens de automatische vulprocedure geen "
"
" werd aangegeven, dan kunnen tijdens het
proefdraaien
verzameld. Zie de omgevingsbeperkingen in de
informatietabel
automatisch vullen" op
De controles van de leidinglengte en van de toestand van het
koelmiddel worden niet uitgevoerd wanneer het systeem Hydrobox-
units of RA DX-binnenunits bevat.
▪ Laat het systeem proefdraaien na de eerste installatie. Anders
wordt de storingscode
en is de normale werking niet mogelijk of kunt u een afzonderlijke
binnenunit niet laten proefdraaien.
▪ Problemen met binnenunits kunnen niet voor elke unit afzonderlijk
worden gecontroleerd. Controleer de binnenunits één voor één
met een normale regeling op de gebruikersinterface na het
beëindigen van het proefdraaien. Zie de montagehandleiding van
de binnenunit (bijv. Hydrobox) voor meer informatie over
afzonderlijk proefdraaien.
INFORMATIE
▪ Het kan 10 minuten duren om het koelmiddel in een
uniforme toestand te krijgen voordat de compressor
wordt gestart.
▪ Bij het proefdraaien kan het stromen van het
koelmiddel of het geluid van een magneetklep goed
hoorbaar zijn en kan de displayweergave veranderen.
de
Dit zijn evenwel geen storingen.
7.4
Proefdraaien
1 Sluit alle voorpanelen zodat u geen verkeerde besluiten trekt
(behalve het servicedeksel van de inspectieopening in de
elektrische componentenkast).
2 Controleer of alle gewenste lokale instellingen zijn ingesteld; zie
"6.1 Lokale instellingen uitvoeren" op
3 Schakel de voeding naar de buitenunit en de aangesloten
binnenunits in.
OPMERKING
Schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik in om de
carterverwarming
compressor te beschermen.
4 Controleer of het systeem in de standaardsituatie (stilstand)
staat; zie
"6.1.4 Stand 1 of 2 activeren" op pagina
minstens 5 seconden op BS2. De unit begint het proefdraaien.
Gevolg: Het proefdraaien wordt automatisch uitgevoerd, op het
display van de buitenunit wordt "
gebruikersinterface van de binnenunits wordt de aanduiding
"Proefdraaien"
en
aangegeven.
wordt
de
waarschuwingscode
omgevingsomstandigheden
voor
betrouwbare
gegevens
van
"5.6.6 Stap
6a:
Koelmiddel
pagina 21.
aangegeven op de gebruikersinterface
pagina 25.
van
stroom
te
voorzien
" aangegeven en op de
"Onder
gecentraliseerde
RYYQ+RYMQ+RXYQ8~20T7Y1B
VRV IV-systeem airconditioner
4P370473-1B – 2016.02
het
" of
worden
en
de
26. Druk
besturing"