B
EDIENINGS HANDLEIDING
A)
Algemeen
A1
Toelichting op de symbolen
In deze gebruiksaanwijzing worden aanwijzingen aangeduid met de volgende symbolen:
Gevaar/waarschuwing
... verwijst naar een onmiddellijk gevaarlijke situatie die tot overlijden of tot zwaar
letsel van personen kan leiden, wanneer deze niet wordt vermeden.
xxxxxxx
Aanwijzing
... verwijst naar een aanwijzing die beslist in acht moet worden genomen.
Informatie
...
verwijst naar nuttige tips en aanbevelingen.
Gevaar/waarschuwing
... houd rekening met hete oppervlakken.
A2
Beoogd gebruik
Elektrische zwenkaandrijvingen type E50 tot E210 zijn bestemd om
• met elektrische bekrachtiging en stuursignalen van een in de installatie aanwezige
besturing,
• bij omgevingscondities tussen -20 °C en +70 °C (EBRO-standaard),
• armaturen met een 90° zwenkbeweging (bijv. kleppen of kogelklepkranen) door middel
van
► wisselstroom 230 (of 115 of 24) V, 50/60 Hz, of
► draaistroom 400 V, 50 Hz, 60 Hz, of
► gelijkstroom 24 V
in de standen <OPEN> of <DICHT> of in tussenstanden te brengen.
De aandrijvingen voor armaturen die op basis van hun constructie met koppel naar de
dichte sluitstand moeten worden bewogen, kunnen ook belastingafhankelijk worden
aangestuurd – voor schakelingsvoorstellen, zie paragraaf D4.
Deze standaarduitvoering van de aandrijving kan de armatuur ook beschermen tegen
overbelasting van de werkende delen.
• De aandrijvingen hebben een bepaalde regeltijd die geschikt is voor continubedrijf
conform EN15714-2 tabel 1, categorie C.
Een correct aangesloten en afgestelde aandrijving moet met zijn elektrische signalen en
met zijn optische display de stand van de armatuur correct weergeven en in de regel met
de wijzers van de klok mee sluiten (blik gericht op de aandrijfas van de armatuur) en in
de tegenovergestelde richting openen.
• Het geïntegreerde handwiel maakt op eenvoudige wijze een handmatige bediening
mogelijk, wanneer de elektrische voeding ontbreekt, met ca. 14-15 omwentelingen en
normale handkracht.
Het automatisch remmende reductiedrijfwerk van de aandrijving stopt de armatuur in
iedere gewenste stand in de spanningsloze toestand.
De aandrijving moet aan de sturing zijn aangepast wat betreft aandrijfkoppel, regeltijd en
elektrische dimensionering.
Het is pas toegestaan de aandrijving in gebruik te nemen na het lezen van de volgende
documenten:
E
Z
LEKTRIS CHE
WENKAANDRIJ VINGEN
4
Seite
E50 – E210