Weergavemenu
f Beeld draaien
Knop c (weergavestand) M d (Weergavemenu) M f Beeld draaien
Stel de beeldstand (verticaal of horizontaal kader) die wordt weergegeven op de
cameramonitor in nadat de opnamen zijn gemaakt.
Beelden kunnen 90° rechtsom of linksom worden gedraaid.
Beelden die in de "staande" stand (portret) zijn gemaakt, kunnen 180° omhoog worden
gedraaid in beide richtingen.
Selecteer beelden op het scherm voor opnameselectie (A 72) om het scherm voor
het draaien van beelden weer te geven. Druk op J of K van de multi-selector om het
beeld 90° te draaien.
Beeld draaien
Beeld draaien
Beeld draaien
Terug
Draaien
Terug
Draaien
Terug
Draaien
90° linksom draaien
90° draaien
rechtsom
Druk op k om de weergegeven richting te selecteren. De gegevens voor de verticale
of horizontale positie worden nu opgeslagen op het beeld.
73