Macro-stand
De macro-stand wordt gebruikt voor het maken van opnamen van heel dichtbij (tot
1 cm van het onderwerp). Denk er wel aan dat de flitser onderwerpen op minder dan
50 cm afstand mogelijk niet geheel kan uitlichten.
Bij gebruik van de automatische stand A (auto) volgt u de onderstaande procedure. De
macrostand kan tevens worden gebruikt met sommige onderwerpsstanden (A 39, 40, 41).
1
Druk op p (macro-stand) op de multi-selector.
Het macromenu wordt weergegeven.
2
Druk op H of I van de multi-selector om ON te
selecteren en druk vervolgens op de knop k.
Het pictogram voor de macro-stand (F) verschijnt.
Als u niet binnen enkele seconden op de knop k drukt om
een instelling toe te passen, wordt de selectie geannuleerd.
3
Draai aan de zoomknop of de zijzoomknop
totdat de zoompositie wordt bereikt waarbij F
en de zoomaanduiding groen oplichten.
De camera kan scherpstellen tot een afstand van 1 cm tot het
objectief als F en de zoomaanduiding groen worden
weergegeven (de zoomaanduiding bevindt zich in de buurt
van G).
C
Autofocus
Bij gebruik van de macro-stand blijft de camera scherpstellen totdat u de ontspanknop half indrukt om het
scherpstelveld te vergrendelen. Er klinkt een geluid terwijl de camera scherpstelt.
C
Instelling macro-stand
• G (eenvoudige autostand): hiermee wordt overgeschakeld naar de macro-stand als de camera i
selecteert. De knop voor de macro-stand op de multi-selector kan niet worden gebruikt.
• Onderwerpsstand: varieert afhankelijk van de geselecteerde onderwerpsstand (A 35). De macro-stand
wordt ingeschakeld als k Close-up of u Voedsel wordt geselecteerd in de onderwerpsstand.
• Stand F (slim portret), stand d (sport continu): de macro-stand kan niet worden gebruikt.
• De instelling voor de macro-stand die wordt toegepast in de stand A (auto) wordt opgeslagen in het
geheugen van de camera, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
Autostand
Macro -stand
51