Eenvoudige autostand
Automatische onderwerpselectie
De camera selecteert automatisch een van de volgende onderwerpsstanden als u de
camera op een onderwerp richt.
• U Autostand (algemeen gebruik)
• e Portret (A 36)
• f Landschap (A 36)
• h Nachtportret (A 37)
• g Nachtlandschap (A 39)
• i Close-up (A 39)
• j Tegenlicht (A 41)
Opmerkingen over Gezichtsherkenning
• Het vermogen van de camera om gezichten te detecteren, is afhankelijk van een
reeks van factoren, waaronder of het onderwerp al dan niet in de richting van de
camera kijkt. In de volgende situaties kan de camera mogelijk geen gezichten
herkennen:
- Als een gezicht deels verscholen gaat achter een zonnebril of een ander voorwerp
- Als een gezicht te veel of te weinig ruimte beslaat in het beeld
• Als zich meerdere mensen in het beeld bevinden, is het gezicht waarop de camera
scherpstelt afhankelijk van een reeks opnameomstandigheden, zoals of het
onderwerp al dan niet in de richting van de camera kijkt.
• In sommige gevallen, onder andere zoals aangegeven in "Autofocus" (A 25), werkt
de automatische scherpstelling mogelijk niet als verwacht en is het onderwerp niet
scherp ondanks het feit dat de dubbele rand groen oplicht. Als de camera niet kan
scherpstellen, gebruikt u een andere stand, zoals A (auto), stelt u opnieuw scherp
op een ander onderwerp op dezelfde afstand van de camera als het onderwerp dat u
wilde fotograferen en gebruikt u de scherpstelvergrendeling (A 50).
34