1. Veiligheidsvoorschriften
Deze Ammann-machine is in overeenstemming met de hui-
dige stand en de geldende regels van de techniek gecon-
strueerd. Maar toch kunnen van deze machine gevaren voor
personen en materiaal uitgaan als hij:
–
niet volgens zijn bestemming wordt gebruikt,
–
door niet ingewerkt en geschikt personeel wordt bediend,
–
ondeskundig veranderd of omgebouwd wordt,
–
niet op de veiligheidsvoorschriften wordt gelet.
Daarom moet iedere persoon die met de bediening, het on-
derhoud of de reparatie van de machine bezig is, de ge-
bruiksaanwijzing en vooral de veiligheidsvoorschriften le-
zen en opvolgen. ondernemingen die de machine gebrui-
ken, kunnen dit door een handtekening laten bevestigen.
Bovendien moeten opgegeven en opgevolgd worden:
–
in aanmerking komende voorschriften voor het voorkomen
van ongevallen,
–
algemeen erkende veiligheidstechnische regels,
–
voor het betreffende land specifieke bepalingen.
Gebruik volgens de bestemming
De machine is voor jeder verdichtingswerk bij ondergronds- en
wegenbouwwerk geschikt.
Alle bodemmaterialen zoals zand, grind, slakken, steenslag, bi-
tumen en gelaagde bestratingsstenen kunnen verdicht worden.
Gebruik niet volgens de bestemming
De machine kan echter gevaar opleveren als hij door niet ing-
ewerkt personeel ondeskundig of niet in overeenstemming met
zijn gebruik wordt ingezet.
Het verzwaren en het meerijden op de machine is verboden.
De machine is niet geschikt als aanbouwapparaat alsmede voor
het verdichten van straatstenen en asfalt.
Het gebruik van de machine op hellingen van meer dan 25°
(Honda 20°) is verboden.
Niet op hard beton, afgebonden bitumenwegdek, sterk bevroren
of niet-stabiele ondergrond rijden.
Wie mag de machine bediene
Uitsluitend geschikte, ingewerkte personen boven 18 jaar die
daarvoor apdracht hebben gekregen, mogenmet de machine
werken.
Onderhoud en reparatie, met name van hydraulische installaties
en elektronische componenten, vergen bijzondere kennis en mo-
gen uitsluitend door vakkrachten (bouwmachine-, landbouw-
machinemonteurs) worden uitgevoerd.
Ombouw en veranderingen aan de machine
Eigenmachtige veranderingen, aan- en ombouw von de machine
zijn om veiligheidsredenen niet geoorloofd.
Niet door ons geleverde onderdelen en speciale uitvoeringen
worden ook niet door ons vrijgegeven. De montage en/of het ge-
bruik van zulke onderdelen kan ook de veiligheid tijdens het werk
belemmeren.
Voor schade die door het gebruik van niet originele onderdelen
of speciale uitrusting ontstaan, is de fabriek in geen geval aan-
sprakelijk.
Veiuligheidsvoorschriften in de gebruiksanwijzing
In de gebruiksaanwijzing worden de volgende aanduidingen
resp. tekens gebruikt voor bijzonder belangrijke gegevens:
Bijzondere gegevens met betrekking tot een economisch
verantwoord gebruik van de installatie/machine.
Opmerking
Bijzondere gegevens resp. ge- en verboden tenn
aanzien van de schadepreventie.
Let op
Gegevens resp. ge- en verboden ter voorkoming van
persoonlijk telsel of omvangrijke materiele schade.
Gevaar
Gegevens over een veilige en milieuvriendelijke
verwijdering van bedrijfs- en hulpstoffen alsmede
van vervangdelen.
Milieu
Machine transporteren
Uitsluitend volgens de gebruiksaanwijzing verladen en transpor-
teren!
Uitsluitend een geschikt transportmiddel en hijswerktuigen met
voldoende draagkracht gebruiken!
Geschikt bevestigingsmiddel aan de daarvoor aanwezige beves-
tigingspunten vastmaken.
De machine tegen omvallen en wegglijden beveiligen.
Voor personen bestaat er levensgevaar als zij onder zwevende
lasten lopen of staan.
Machine op transportvoertuigen tegen wegrollen, wegglijden en
omvallen beveiligen.
Machine starten
Voor de start
U moet zich met de bedienings- en stuurelementen en de werk-
vijze van de machine alsmede de omgeving waarin gewerkt
wordt vertrouwd maken. Daar horen bijvoorbeeld hindernissen
binnen het gebied waar gewerkt wordt, de draagkracht van de
grond en de noodzakelijke beveiligingen bij.
Personnlijke beschermende uitrusting (veiligheidsschoenen,
middelen voor geluidsisolatie, enzovoort) gebruiken.
Controleren of alle beschermende inrichtingen zich veilig op hun
plaats bevinden.
Machine niet met defecte instrumenten of stuurorganen starten.
Starten
Bij machines die met de hand gestart worden uitsluitend de door
de fabriek gecontroleerde veiligheidskruk gebgruiken en de be-
dieningsaanwijzing van de motorfabriek nauwkeurig opvolgen.
Als dieselmotoren met de slinger worden gestart op de juiste
stand van de motor en op de juiste positie van de hand aan de
slinger letten. Handslinger met volle kracht doortrekken tot de
motor loopt omdat de slinger anders terug kan slaan.
Machines met elektrische startinrichting uitsluitend van het be-
dieningspaneel uit starten en bedienen.
Bij het in- en uitschakelen nauwkeurig op de controlelampjes vol-
gens de gebruiksaanwijzing letten.
Het starten en werken met de machine in een omgeving waar
ontploffingen kunnen voorkomen is verboden!
Starten met accuverbindingskabels
«Plus» met «plus» en «min» met «min» (aardkabel) verbinden.
Aardkabel altijd het laatste aansluiten en het eerste verwijderen!
Bij verkeerde aansluiting ontstaan er ernstige beschadigingen
aan de elektrische installatie.
Starten in gesloten ruimtes, tunnels, mijngangen of diepe
kuilen
2