5. Onderhoud
5.7 Onderhoud machine
5.7.1 Reinigen
De machine dagelijks schoonmaken.
Na de reiniging alle kabels, slangen, leidingen en
schroefverbindingen op lekken, losse verbin-
dingen, door schuren beschadigde plekken en
Let op
overige beschadigingen controleren.
Vastgestelde gebreken onmiddellijk opheffen.
Voor het reinigen geen brandbare of agressieve
stoffen gebruiken.
5.7.2 Aandraaimomenten
8.8
ø
Nm
ft lb
M 4
3
2
M 5
6
4
M 6
10
7
M 8
25
18
M 10
49
36
M 12
85
62
M 14
135
99
M 16
210
154
M 18
300
221
M 20
425
313
M 22
580
427
M 24
730
538
TAB01001.cdr
Sterkteklassen voor schroeven met onderhandelde, ongesmeer-
de oppervlakken.
De waarden leveren een 90% benutting van de rekgrens op; bij
een wrijvingscoëfficient µ
tot
Het aanhouden van de aandraaimomenten wordt met draaimo-
mentsleutels gecontroleerd.
Bij het gebruik van smeerstof MoS2 gelden de aangegeven
waarden.
Na iedere demontage de zelfborgende moeren ver-
vangen.
Opmerking
5.7.3 Schroefverbindingen
Bij trilapparaten is het belangrijk de schroefverbindingen van tijd
tot tijd op stevigzitten te controleren. Aandraaimomenten
respecteren.
5.7.4 Rubber buffers controleren
Rubber buffers op scheuren en breuken evenals op stevig zitten
controleren, bij beschadigingen onmiddellijk vervangen.
10.9
12.9
Nm
ft lb
Nm
4,4
3
5
8,7
6
10
15
11
18
36
26
43
72
53
84
125
92
145
200
147
235
310
228
365
430
317
500
610
449
710
830
612
970
1050
774
1220
= 0,14.
5.7.5 V-riem controleren
AVP 2220 / 2620
2
1
ft lb
B3299009.cdr
4
–
V-riembescherming eraf halen.
7
–
Toestand en spanning van de V-riem controlere.
–
De moeren (1) van de rubberbuffers aan de buitenkant los-
13
draaien.
–
Het bovenstuk (2) aan beide kanten naar boven drukken.
31
Er moet op gelet worden, dat het frame ook werkelijk
61
op de oplegvlakken van de buffer wordt geschoven en
niet alleen de rubberelementen uitgerekt worden, die
106
Opmerking
dan weer terugveren. Eventueel de buffers met een
lichte tik van de hamer naar onderen kloppen.
173
–
Beide aanslagen moeten dezelfde voorspanning hebben.
269
–
De moeren (1) weer stevig aandraaien.
–
Aandrijving met de hand doordraaien en doordrukmaat op-
368
nieuw controleren, evt. corrigeren.
–
V-riembescherming monteren.
523
AVP 3020 / 3520
715
899
3
1
B3299051.cdr
–
V-snaar-bescherming afmonteren.
–
Draadeinden (1) losschroeven, niet eruit schroeven.
–
Hulpgereedschap (ø 6 mm) in boring (2) en (3) inbrengen.
–
V-snaar spannen door de koppelingshelften (2) en (3) onder-
ling te verdraaien.
De machine mag niet zonder V-riembescherming
gebruikt worden. Gevaar van ongelukken!
Gevaar
18
AVP 2220 / 2620
1
X=10 mm
AVP 3020 / 3520
2
1