4.1 Laden en transporteren
Bij het laden uitsluitend soliede laadperrons ge-
bruiken.
Gevaar
De machine tegen wegrollen, wegglijden en om-
kiepen beveiligen.
Overtuig u dat er geen personen gevaar lopen.
Bij het laden, vastsjorren en oplichten van de
machine altijd de daarvoor aangebrachte aanslag-
punten gebruiken.
Er bestaat levensgevaar voor personen, wanneer
•
onder zwevende lasten treden of
•
onder zwevende lasten staan.
Bij het verladen en transporteren dient de dissel-
boom te worden vergrendeld.
2
1
Na het laden
–
de machine op het transportmiddel vastsjorren (2).
–
Dissel vastzetten.
–
Om de machine op te lichten het centrale ophangpunt (1) ge-
bruiken.
4.2 Transportwagen
Met de transportwagen kan de machine probleemloos over kor-
tere afstanden worden getransporteerd.
3
B3299017.cdr
–
Dissel (1) in verticale positie zetten.
–
Onderstel (2) uit houder (3) lossen en op de grond neerzetten.
–
Dissel in horizontale positie fastzetten (4).
–
Met geblokkeerde dissel de machine op de voorzijde kante-
len; het onderstel zwenkt onder de plaat.
1
–
De machine met de dissel naar achter kantelen totdat de
machine horizontaal op het onderstel staat. Nu kunt u de
machine verrijden.
–
Na het transport het onderstel in omgekeerde volgorde weer
inhangen.
1)
Speciale uitvoering AVP 2220 / 2620 / 3020
B3299019.ai
11
4. Transport
1)
4
1
2