7633772 - 03 - 14072016
Ketelpomp Q1: de aangesloten pomp wordt gebruikt om het ketelwater
te laten recirculeren.
Alarmuitgang K10: Een nieuwe storing wordt door middel van dit alarm
relais aangegeven. Het contact wordt gesloten met de vertragingstijd, die
geselecteerd is onder prog. nr. 6612. Als er geen storingsmeldingen zijn,
opent het contact zonder vertraging.
Toelichting
Het alarmrelais kan worden teruggezet zonder dat de storing wordt
verholpen (zie prog. nr. 6710). Het alarmrelais kan tevens tijdelijk
worden gesloten door een melding die, bijvoorbeeld, een herstart
tot gevolg heeft.
Verw circ pomp VG3 Q20: Inschakelen van de verwarmingscirculatiepomp
HC3.
Gebr. circ.pomp VK2 Q18: Inschakelen van het verbruikercircuit VK2.
Circ pomp Q14: Aansluiting van een aanvoerpomp.
Wrmt Opwek. blok vent Y4: Aansluiten van een omschakelklep voor ont
koppeling van het watersysteem van de warmte producerende voorzie
ning van de rest van het systeem.
Klokprogramma 5 K13: Het relais wordt overeenkomstig de instellingen
door het tijdprogramma 5 gecontroleerd.
Zon servomotor zwemb K18: Als er meerdere warmtewisselaars aangeslo
ten zijn, moet het zwembad worden ingesteld op de betreffende relaisuit
gang en het type van de regeleenheid voor de zonne-energie moet wor
den vastgelegd onder prog. nr. 5840.
Zwembad pomp Q19: Aansluiting van een zwembadpomp op de ingang
Q19.
Tapw mengpomp Q35: Aparte pomp voor de circulatie van de inhoud van
de cilinder wanneer de pasteurisatie actief is.
Warmtevraag K27: Uitgang K27 wordt geactiveerd zodra binnen het sys
teem een warmtebehoefte bestaat.
Verwarmingscircuitpomp HC1/HC2: Het relais wordt gebruikt voor het in
schakelen van de verwarmingscircuitpomp Q2/Q6.
Melduitgang K35: De statusuitgang is geactiveerd wanneer er een com
mando van de regelaar naar de branderbesturing bestaat. Als er sprake is
van een storing die verhindert dat de branderbesturing kan functioneren,
wordt de statusuitgang uitgeschakeld.
Bedrijfsmelding K36: De uitgang wordt ingesteld wanneer de brander
werkt
Uitschakeling ventilator k38: Deze uitgang dient om de ventilator uit te
schakelen. De uitgang wordt geactiveerd als de ventilator nodig is; anders
wordt deze niet ingeschakeld. De ventilator moet zo vaak mogelijk wor
den uitgeschakeld om het totale energieverbruik van het systeem te verla
gen.
Opnemer ingang BX21 mod 1 (7307), Opnemer ingang BX22
mod 1 (7308), Opnemer ingang BX21 mod 2, (7382), Opnemer
ingang BX22 mod 2 (7383)
Door het configureren van de sensoringangen worden functies naast de ba
sisfuncties aangeboden.
Geen: Sensoringangen gedeactiveerd.
Tapwateropnemer B31: Tweede tapwatersensor, die wordt gebruikt voor
het laden van de legionellafunctie (pasteurisatie).
Tapw circ opnemer B39: Sensor voor tapwatercirculatie retour
Aanvoertemp opnemer B10: Gemeenschappelijke aanvoersensor voor ke
telcascades.
Gemeenschappelijke retoursensor B73: Retoursensor voor de omleidings
functie retourleiding.
Cascade retour opn B70: Gemeenschappelijke retoursensor voor ketelcas
cades.
Zwembad opnemer B13: Sensor voor het meten van de zwembadtempe
ratuur.
9 Instellingen
EcoTherm Plus WGB-K EVO 28 H
107