Het apparaat leren kennen
nl
Tijdsafloop
Wanneer u het apparaat heeft gestart zonder een
tijdsduur in te voeren, kunt u rechtsboven in de
statusregel zien hoelang het programma al loopt.
Wanneer u een tijdsduur heeft ingesteld die vervolgens
gewist is, wordt vanaf het moment dat de tijdsduur
afgelopen is verder geteld.Zo kunt u altijd controleren
hoelang het programma al loopt.
Temperatuurregeling
De balken in de temperatuurregeling geven de
opwarmingsfasen of de restwarmte in de binnenruimte
aan.
Verwarmingscon-
De verwarmingscontrole geeft de temperatuurver-
trole
hoging in de binnenruimte weer. Wanneer alle
balken vol zijn, is het optimale tijdstip bereikt om
het gerecht in te schuiven.
Bij de grill- en reinigingsstanden verschijnen de
balken niet.
Restwarmte-indi-
Wanneer het apparaat uitgeschakeld is, geeft de
catie
temperatuurregeling de restwarmte in de binnen-
ruimte weer.De weergave verdwijnt wanneer de
temperatuur tot ca. 60 °C gedaald is.
Door thermische traagheid kan de
Aanwijzing:
weergegeven temperatuur een beetje afwijken van de
werkelijke temperatuur in de binnenruimte.Tijdens het
Verwarmingsmethoden
Om de juiste verwarmingsmethode voor uw gerecht te
kunnen bepalen, geven wij hier uitleg over de
verschillen en toepassingen.
Verwarmingsmethoden
4D-hetelucht
:
Boven- en onderwarmte
%
Hetelucht eco
'
Boven- en onderwarmte
+
eco
Circulatiegrillen
4
Grill, groot
(
Grill, klein
*
10
Temperatuur
Gebruik
30-275 °C
Voor het bakken en braden op één of meerdere niveaus.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de achter-
kant gelijkmatig in de binnenruimte.
30-300 °C
Voor het traditioneel bakken en braden op één niveau. Bijzonder geschikt voor gebak
met vochtige bedekking.
De warmte komt gelijkmatig van onderen en van boven.
30-275 °C
Voor het energie-optimaal bereiden van geselecteerde gerechten op één niveau zon-
der voorverwarmen.
De ventilator verdeelt de energieoptimale warmte van het ronde verwarmingselement
in de achterwand gelijkmatig in de binnenruimte.
30-300 °C
Voor het energie-optimaal bereiden van geselecteerde gerechten.
De warmte komt gelijkmatig van onderen en van boven.
30-300 °C
Voor het braden van gevogelte, hele vis en grotere vleesstukken.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en uit. De ventilator wervelt
de hete lucht rond de gerechten.
Grillstanden:
Voor het grillen van platte stukken zoals steaks, worstjes of toast en voor het gratine-
1 = zwak
ren.
2 = gemiddeld
Het hele oppervlak van het grillelement wordt heet.
3 = sterk
Grillstanden:
Voor het grillen van kleine hoeveelheden, zoals steaks, worstjes of toast en om te gra-
1 = zwak
tineren.
2 = gemiddeld
Het middelste deel onder het grillelement wordt heet.
3 = sterk
opwarmen kunt u met de toets
opwarmtemperatuur opvragen.
Functiekeuze-menu
Het menu is onderverdeeld in verschillende functies. Zo
kunt u snel naar de gewenste functie gaan.
Functie
Verwarmingsmethoden
Gerechten ~ "Gerechten"
op pagina 25
Magnetron ~ "De magnetron"
op pagina 18
Magnetron-combinatie ~ "De
magnetron" op pagina 18
Drogen ~ "De magnetron"
op pagina 18
Instellingen
~ "Basisinstellingen"
op pagina 17
--------
de actuele
²
Gebruik
Voor de bereiding van uw gerecht
zijn er vele fijn afgestemde ver-
warmingsmethoden.
Hier vindt u voor veel gerechten
de juiste, al geprogrammeerde
instelwaarden.
Met de magnetron kunt u de
gerechten sneller bereiden, ver-
warmen of ontdooien.
Hiermee kunt u naast de magne-
tron een verwarmingsmethode
inschakelen.
Altijd gebruiken na bereiding met
de magnetron.
U kunt de basisinstellingen van
uw apparaat aanpassen aan uw
gewoontes.