Inhoudsopgave
Advertenties
PC9155 Draadloos alarmsysteem
[990] Installeurvergrendeling inschakelen
Als dit is ingeschakeld, geeft het paneel een distinctieve hoorbare indicatie bij het opstarten (het telefoonlijnrelais klikt 10 keer). Deze functie heeft geen effect bij
een softwarestandaard (alle programmering wordt teruggezet naar de fabrieksinstellingen). Als er echter een hardwarestandaard wordt geprobeerd terwijl
vergrendeling is ingeschakeld, wordt de standaard niet uitgevoerd en wordt de standaardpoging geregistreerd in de gebeurtenisbuffer.
[991] Installeurvergrendeling uitschakelen
Met deze sectie wordt de hierboven beschreven functie Installateurvergrendeling uitgeschakeld.
[996] Draadloze standaardprogrammering herstellen
Alle programmering in sectie [804] Draadloos apparaat programmering wordt teruggezet naar de fabrieksinstellingen.
[998] Standaardprogrammering paneel herstellen
Alle programmering in de PC9155 wordt teruggezet naar de fabrieksinstellingen, met uitzondering van de secties voor het programmeren van draadloze apparaten.
[999] Fabrieksstandaardprogrammering herstellen
Alle programmering, inclusief alle programmeringen van draadloze apparaten, wordt teruggezet naar de fabrieksinstellingen.
[ ] bediendeelprogrammering
Open de bediendeelprogrammering door te drukken op [ ][8][Installateurcode][ ]. Voor bediendeelsecties is invoer van 3 cijfers vereist en deze secties hebben
alleen invloed op het bediendeel dat wordt gebruikt om ze te programmeren.
[000] Functietoetsen op bediendeel programmeren
U opent deze sectie door [ ][000] in te voeren vanaf het hoofdmenu van Installateurprogrammering. Met deze sectie kunt u de functietoetsen op het bediendeel
programmeren. Voer een cijfer tussen 1 en 5 in om de functietoets te selecteren (F1-F5) die u wilt programmeren, gevolgd door een tweecijferige invoer om een
functie aan de toets toe te wijzen. Het systeem keert terug naar het toetsselectiescherm (in sectie [000]). Wijzigingen aan deze programmeringssectie beïnvloeden
alleen het bediendeel dat gebruikt wordt om de wijzigingen te programmeren.
Functietoetsopties
i
Functietoetsen moeten 2 seconden worden ingedrukt om de beschreven functie uit te voeren.
Functietoetsen voeren de gewenste functie alleen uit als het systeem niet actief is.
Wanneer u op de functietoetsen drukt die geprogrammeerd zijn met optienummers die gemarkeerd zijn "Voor toekomstig gebruik", geeft het
bediendeel het bericht "Functie niet beschikbaar" weer en klinkt er een fouttoon.
00
Nul toets: (Niet gebruikt) De toets voert geen enkele functie uit en laat geen pieptoon horen als u erop drukt.
01-02
Voor toekomstig gebruik
03
Aanwezig inschakelen: Het systeem wordt ingeschakeld met Aanwezig/Afwezig en Nachtzones worden automatisch omzeild, zelfs als er
vertragingszones worden geschonden tijdens de uitloopvertraging. Deze toets werkt alleen als het systeem is uitgeschakeld of in de Afwezig-modus is
ingeschakeld. Het paneel legt "Ingeschakeld in modus Aanwezig" vast voor dit sluitingstype. Als er geen Aanwezig/Afwezig-zonetypes in het
systeem zijn geprogrammeerd, wordt het systeem ingeschakeld in de modus Afwezig en legt het paneel "Ingeschakeld in modus Afwezig" vast.
04
Afwezig inschakelen: Het systeem wordt ingeschakeld terwijl alle Aanwezig/Afwezig- en Nachtzones actief zijn, zelfs als er vertragingszones worden
geschonden tijdens de uitloopvertraging. Deze toets werkt alleen als het systeem is uitgeschakeld, in de modus Aanwezig of Nacht is ingeschakeld of
tijdens de uitloopvertraging tijdens Afwezig inschakelen. Het paneel legt "Ingeschakeld in modus Afwezig" vast voor dit sluitingstype.
05
Geen toegang inschakelen [ ][9]: Als u op deze toets drukt, moet u een geldige toeloopcode invoeren. Het systeem wordt ingeschakeld met Geen
toegang tot vertragingszones terwijl alle Aanwezig-/Afwezig- en Nachtzones automatisch worden overbrugd, zelfs als er vertragingszones worden
geschonden tijdens de uitloopvertraging. De uitloopvertraging is bij dit inschakelingstype stil. Deze toets kan worden gebruikt in de ingeschakelde of
uitgeschakelde status om Inloopvertraging in en uit te zetten. Wanneer u op deze toets drukt, moet u een geldige toeloopcode invoeren om de functie
uit te voeren wanneer het systeem is uitgeschakeld.
06
Deurbel AAN/UIT [ ][4]: Met deze toets schakelt u de deurbel in (3 pieptonen) en uit (constante pieptoon). De functie doet hetzelfde als wanneer u
[ ][4] invoert. Deze toets werkt wanneer het systeem wordt in- of uitgeschakeld.
07
Voor toekomstig gebruik
08
Overbruggen [ ][1]: Wanneer deze toets wordt ingedrukt, wordt het bediendeel in de modus Zoneoverbrugging geplaatst. De functie doet hetzelfde
als wanneer u [ ][1] invoert terwijl het systeem is uitgeschakeld. Als u een toeloopcode moet invoeren om zones te Overbruggen (sectie [015] optie
[5]), moet u eerst op de functietoets drukken om de overbrugging te openen en de toeloopcode te kunnen invoeren. Deze toets werkt terwijl het systeem
is uitgeschakeld.
09-12
Voor toekomstig gebruik
13
Bevelopdracht nr. 1 [ ][7][1]: Deze toets doet hetzelfde als wanneer u op [ ][7][1] drukt om de bijbehorende PGM te activeren. Er wordt mogelijk
een toeloopcode vereist om de uitvoer te activeren, afhankelijk van kenmerk 5 van de uitvoer. Deze toets werkt altijd, of het systeem nu is in- of
uitgeschakeld.
14
Bevelopdracht nr. 2 [ ][7][2]: Deze toets doet hetzelfde als wanneer u op [ ][7][2] drukt om de bijbehorende PGM te activeren. Er wordt mogelijk
een toeloopcode vereist om de uitvoer te activeren, afhankelijk van kenmerk 5 van de uitvoer. Deze toets werkt altijd, of het systeem nu is in- of
uitgeschakeld.
15
Voor toekomstig gebruik
16
Snel afsluiten [ ][0]: Wanneer u op deze toets drukt, wordt de functie Snel afsluiten uitgevoerd. De functie doet hetzelfde als wanneer u op [ ][0]
drukt terwijl het systeem is ingeschakeld. Deze toets werkt alleen als het systeem is ingeschakeld. De functie Snel afsluiten moet zijn ingeschakeld
(sectie [015], optie [3]).
5-46
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
