Inhoudsopgave
Advertenties
PC9155 Draadloos alarmsysteem
[167] GPRS/Ethernetinterface-verbindingen Wachten op ACK
Deze waarde staat voor de tijd die de de meldkamer.*Informeer bij de meldkamer of deze optie wordt ondersteunt. op een bevestiging (ACK) van de ontvanger
wacht na verzending van het SIA-pakket naar de meldkamer.
[168]-[169] Zomer-/wintertijd
Deze secties bieden ondersteuning bij de programmering van het begin en einde van de zomer-/wintertijd. In sectie [168] moet eerst de maand worden ingesteld,
vervolgens de week en ten slotte de dag van de maand of van de week. Het uur van de dag waarop de paneelcode de systeemklok een aantal uren naar "voren" laat
springen, wordt als laatste in deze sectie geprogrammeerd. In sectie [169] kan de installateur die de volgorde aanhoudt van de waarden ingevoerd in sectie [168], de
maand, week, dag van de maand of dag van de week en het uur van de dag instellen, wanneer de systeemklok "terugvalt" met het aantal uren dat als laatste in deze
sectie wordt geprogrammeerd.
[1] Maand
Geldige waarden zijn 01-12 voor januari t/m december.
[2] Week
Geldige waarden zijn 0-5.
Voer '0' in om een specifieke datum en tijd te programmeren om de klok vooruit te zetten in sectie [168] of de klok achteruit te zetten in
sectie [169].
Voer 1-5 in om de 'specifieke dag van de week (zon-zat)' in te stellen waarop u de klok vooruit wilt zetten (in sectie [168]) of achteruit
(in sectie [169]).
[3] Dag
Als u bij de vorige stap '0' hebt ingesteld, zijn 1-31 geldige waarden voor de dag van de maand.
Als u bij de vorige stap '1-5' hebt ingesteld, zijn 0-6 (zon-zat) geldige waarden voor de dag van de maand.
[4] Uur
Geldige waarden zijn 0-23 uur. Dit is de tijd van de dag waarop de klok vooruit of achteruit wordt gezet.
[5] Tijd
Geldige waarden zijn 1 of 2 uur. Dit is het aantal uren dat u de klok voor- of achteruit wilt zetten.
i
De klok kan niet in dezelfde maand voor- of achteruit worden gezet.
U stelt de laatste week van de maand in door bij de tweede waarde week 5 te programmeren.
U kunt de klok niet om middernacht laten wijzigen. Als zomer-/wintertijd om middernacht verandert, moet u dit programmeren voor 2:00 AM.
[170] PGM-uitlooptimer
Deze waarde geeft de tijdsperiode weer (in seconden) die door een PGM wordt geactiveerd als deze geprogrammeerd is om zich aan de PGM-timer te houden.
Geldige waarden zijn 001-255.
i
Als een systeemgebeurtenis PGM is geprogrammeerd volgens de opdrachtuitlooptimer, hoeven niet alle PGM-kenmerken te zijn ingeschakeld. De
systeemsabotage volgt deze timer ook.
[176] Cross-zone-/Politiecodetimer
Deze optie heeft invloed op de registratie en verzending van de cross-zone/politiecode alsook op de functie Cross-zone. Wanneer een zone te maken krijgt met een
vals alarm, wordt de cross-zonetimer gestart. Deze timer beïnvloedt het bediendeel op twee verschillende manieren, afhankelijk van de ingestelde
inbraakbevestigingsopties (sectie [016], optie [1]):
Als gebruik wordt gemaakt van de functie Politiecode, wordt het eerste zonealarm direct verzonden. Wanneer er een tweede zonalarm afgaat binnen de tijdsperiode
(in minuten) die in deze sectie is geprogrammeerd, wordt de politiecodegebeurtenis geregistreerd en verzonden. Als het tweede zonealarm plaatsvindt na het
verlopen van deze timer, wordt de politiecode niet geregistreerd of verzonden en wordt de timer opnieuw gestart.
Als het Cross-zonekenmerk wordt gebruikt, wordt het eerste zonealarm niet geregistreerd of verzonden en klinkt er geen hoorbare alarmsequentie. Als er een
tweede zone wordt geschonden binnen de duur van de Cross-zonetimer (in seconden), volgt het paneel de juiste alarmsequentie en verzendt beide zonealarmen
gevolgd door het inbraakbevestigingssignaal.
Als 000 in deze sectie is geprogrammeerd kunnen er twee dingen gebeuren:
De politiecode wordt verzonden voor twee willekeurige zonealarmen tijdens een ingeschakelde naar ingeschakelde periode.
De functie Cross-zone werkt niet. Dit is geen geldige waarde voor Cross-zone.
i
De politiecodetimer wordt aangeduid in minuten, de Cross-zonetimer in seconden.
[190] Timer Prealarm Geen-activiteit inschakelen
Deze geeft aan hoe lang het Prealarm Geen-activiteit inschakelen klinkt nadat de Geen-activiteittimer is verlopen (zie sectie [191]). Het bediendeel geeft het
bericht Systeem wordt ingeschakeld weer zolang de prealarmtimer actief is. Als deze is ingesteld op 000, wordt het systeem ingeschakeld wanneer de
Geen-activiteittimer verloopt. Geldige waarden zijn 000 - 255 minuten.
[191] Geen-activiteittimer
Het systeem start de automatische inschakelingssequentie wanneer de timer bij geen activiteit verloopt. Als in deze sectie de waarde '000' is geprogrammeerd,
wordt Inschakelen bij geen activiteit uitgeschakeld. Geldige waarden vindt u tussen 005 - 255 minuten, waarbij 000 voor uitschakelen staat. De GEEN-
activiteitstimer start wanneer een zone wordt geactiveerd. De timer stopt wanneer een volgende zone wordt geactiveerd en start weer bij een volgende zone
activering.
i
De geldige waarden beginnen bij 5 minuten. Een PIR die is geactiveerd, kan gedurende ten minste 3 minuten niet opnieuw worden geactiveerd.
[202]-[206] Zonekenmerken
Deze secties bepalen of elke afzonderlijke zone wordt in- of uitgeschakeld. Als een zone is ingeschakeld, wordt deze beheerd door het systeem en werkt volgens het
geprogrammeerde zonetype. Als een zone niet is toegewezen aan het systeem, wordt deze niet beheerd wordt alle activiteit in de zone door het paneel genegeerd.
5-32
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
