2.4 Algemene plaatsingstest draadloze componenten
Voer de plaatsingstest voor draadloze componenten alleen uit op bediendeel, sirene's en sensoren uit.
• Deze test is NIET vereist voor draadloze afstandsbedieningen of nooddrukkers. Controleer of nooddrukkers en
afstandsbedieningen binnen het gewenste werkgebied functioneren door het systeem in en uit te schakelen.
• Test elk component meerdere keren om er zeker van te zijn dat de plaatsing juist is.
• Als het testresultaat van een component SLECHT is, verplaatst u het component en test u opnieuw. Kleine verplaatsingen
kunnen leiden tot grote verschillen in signaalsterkte en bereik van het draadloze component.
Stap
• Plaatsingstest draadloze component openen:
1
,
,
,
geprogrammeerd in Installateurprogrammering om de standaard installateurscode
5555 te vervangen.
Stap
Plaats het draadloze component op de locatie waar het zal worden bevestigd.
Activeer het component zoals beschreven op het bijbehorende installatieblad.
2
• Als het alarmsysteem een STERK signaal ontvangt, laat het de bel eenmaal klinken
en verschijnt het bericht Locatie is goed op het LCD-scherm.
• Ontvangt het alarmsysteem een ZWAK signaal ontvangt, dan laat het de bel
driemaal klinken en verschijnt het bericht Locatie is slecht op het LCD-scherm.
• Als het alarmsysteem geen reactie ontvangt, verplaatst u het draadloze component
en herhaalt u de test.
Stap
Herhaal stap 2 voor alle componenten.
Wanneer de plaatsing is voltooid, drukt u op
3
te verlaten.
i
Draadloze tweewegafstandsbedieningen worden geactiveerd door op een willekeurige toets te drukken.
Druk tegelijkertijd op
Plaatsing draadloze componenten
- voor draadloze zones
- voor draadloze bediendeel
- voor draadloze sirenes
geeft de nieuwe installateurscode aan die is
om een draadloze afstandsbediening gedurende 2 minuten te kunnen registeren.
2.4 Algemene plaatsingstest draadloze componenten
om Installateurprogrammering
Selecteer Sectie
—
--
Activeer Comp.<>
voor Test
Activeer Comp.
Lokatie Slecht
Systeem gereed
voor Inschak
<>
2-7