Papierformaat: Selecteer het papierformaat dat u in de invoerlade hebt geplaatst.
–
Media: Selecteer het papiertype dat u gebruikt.
–
Kleur- of zwart-wit-instellingen begrijpen:
●
Kleur: Maakt gebruik van inkt uit alle cartridges voor volledige kleurafdrukken.
–
Zwart-wit of Alleen zwarte inkt: Maakt alleen gebruik van zwarte inkt voor zwart-wit-afdrukken in
–
normale of lagere kwaliteit.
Hoogwaardige grijstinten: Maakt gebruik van inkt uit zowel de kleurencartridges als de zwarte
–
cartridges om een grotere reeks zwarte en grijze tinten te produceren voor zwart-wit-afdrukken in
hoge kwaliteit.
De instellingen voor de afdrukkwaliteit begrijpen:
●
De afdrukkwaliteit wordt gemeten aan de hand van afdrukresolutiedots per inch (dpi). Een hoger dpi
produceert duidelijkere en gedetailleerdere afdrukken, maar vertraagt de afdruksnelheid en verbruikt
mogelijk meer inkt.
Concept: Laagste dpi, doorgaans gebruikt als het inktniveau laag is of als er geen afdrukken in
–
hoge kwaliteit nodig zijn.
Beter: Geschikt voor de meeste afdruktaken.
–
Beste: Betere dpi dan Beter.
–
Maximale dpi ingeschakeld: Hoogst beschikbare dpi-instelling voor afdrukkwaliteit.
–
Pagina- en opmaakinstellingen begrijpen:
●
Richting: Selecteer Staand voor verticale afdruktaken of Liggend voor horizontale afdruktaken.
–
Dubbelzijdig afdrukken: Sla de pagina's handmatig om nadat één kant van het papier is afgedrukt,
–
zodat u op beide kanten van het papier kunt afdrukken.
○
○
Pagina's per vel: Helpt u te bepalen in welke volgorde de pagina's moeten liggen als u het
–
document afdrukt in meer dan twee pagina's per vel.
54
Hoofdstuk 5 Afdrukken
Over lange zijde omslaan: Selecteer dit als u pagina's over de lange rand van het papier wilt
omslaan als u afdrukt op beide zijden van het papier.
Over korte zijde omslaan: Selecteer dit als u pagina's over de korte rand van het papier wilt
omslaan als u afdrukt op beide zijden van het papier.
NLWW